Bron: uberturco.com
De media hebben een grote rol gespeeld in de discussie rond de Brexit en de uitkomst ervan. Is het sentiment daar onder invloed van de vele ontwikkelingen gedraaid? De Guardian, The Times en Daily Mirror waren destijds qua toon en inhoud duidelijk in het pro-EU-kamp te vinden. The Daily Telegraph, Daily Express en Daily Mail waren nadrukkelijk dragers van het Leave-sentiment. Het Leave-kamp beschuldigde de BBC van een pro EU-houding, het Remain-kamp wijst juist op de objectiviteit van de verslaggeving. Dit laatste wijst erop dat Leave ten aanzien van BBC’s opstelling in dezen, waarschijnlijk wel een punt had. Het is vooral de mediale handigheid van de Leave-campagne geweest die, in ieder geval veel beter dan Remain, erin slaagde met pakkende koppen de aandacht voor zich op te eisen en de stemming rond het referendum in hun voordeel om te zetten.
Drie jaar na het daadwerkelijk verlaten van de EU, wat weer volgde op drie en een half jaar weinig constructief politiek gehakketak, merken de Britten dat van de grote beloften en verwachtingen uit de tijd rond het referendum weinig is terechtgekomen. Van ‘taking back control’ is niets gebleken, de NHS lijkt steeds onmachtiger haar taken uit te voeren, de toename van de arbeidsparticipatie (plus 2,1 basispunten (bp)) steekt schril af bij die van de Eurozone (plus 5,5 bp) en Nederland (plus 6,4 bp). Hetzelfde geldt voor het bruto binnenlands product per inwoner dat ten opzichte van eind 2019 met een procent gedaald is, terwijl dat in de Eurozone met 8,5 bp gestegen is en in Nederland zelfs met 11,2 bp.
Inmiddels denkt 19% van de Leave-stemmers dat het fout was de EU te verlaten. Volgens een recent gehouden peiling denkt 76% van de geënquêteerden dat de regering de onderhandelingen met de EU verprutst heeft en 68% meent dat de uittreding slecht gemanaged is. Het negatieve sentiment valt dus heel goed te verklaren. De vraag is of de media hier debet aan zijn, of dat de politiek, lees de Conservatieven, hierop moet worden aangesproken. In het licht van dit alles zou het zeer begrijpelijk zijn als het sentiment rond de Brexit negatief gedraaid zou zijn. Daarbij komt dat de afgelopen zeven jaar vijf premiers actief zijn geweest op het Brexit-dossier. Allen, uiteraard op de huidige premier Rishi Sunak na, zijn ze gesneuveld omdat een duidelijke, eerlijke en realistische visie op het beoogde einddoel ontbrak. De spelregels zijn gedurende het spel veranderd en worden zelfs op dit moment nog met de EU (her)onderhandeld (Noord-Ierland-protocol). Het zou raar zijn als de Britse publieke opinie, en in het kielzog daarvan de media, op dit alles positief zou reageren. Een blik op de voorpagina’s van Britse kranten over de afgelopen maand laat echter niet de indruk achter dat bij de media de Brexit zelf nu onder een vergrootglas ligt, laat staan dat dit – gegeven het uitblijven van positieve uitkomsten – overdreven negatief belicht wordt. Een internetzoekopdracht leert dat ook de BBC geen overdreven aandacht meer aan de Brexit schenkt. Wel wordt verslag gedaan van de heronderhandeling van het Noord-Ierland-protocol, het stuk Brexit-afspraak dat de vrije doorgang van goederen tussen Ierland en Noord-Ierland (en dus tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk) regelt, maar dat is een actueel nieuwsfeit en de berichtgeving is feitelijk. Het zou vreemd zijn daar geen aandacht aan te besteden. De conclusie mag zijn dat de media trouw zijn gebleven aan hun oorspronkelijke uitgangspositie en dat het vooral de politiek is die verantwoordelijk is voor het negatieve sentiment.
Dat brengt ons bij Rishi Sunak, de huidige premier van het Verenigd Koninkrijk. In functie sinds eind oktober 2022, valt hem de ondankbare taak toe mogelijk te maken wat de premiers voor hem hebben beloofd, maar nagelaten te doen. Daarnaast dient hij de hoge staatsschuld die het land heeft (100% van het bbp) terug te brengen naar aanvaardbare proporties. Dit zonder de belastingen te verhogen (als conservatief liever zelfs te verlagen), rechtvaardige verlangens voor substantiële loonsverhogingen in de publieke sector (NHS, spoorwegen, ambtenaren bij gemeentelijke en andere diensten) na jarenlange achterstelling, tot een voor alle betrokkenen aanvaardbaar compromis te brengen, de NHS te reorganiseren naar een werkbare versie daarvan en zorgen dat de Brexit eindelijk positieve resultaten gaat opleveren. Hiervoor zal een consequente toekomstvisie uitgedragen dienen te worden waaruit blijkt waar het Verenigd Koninkrijk in het post-Brexit-tijdperk voor staat, zullen handelsbelemmeringen uit de weg geruimd moeten worden en zal het vertrouwen herwonnen dienen te worden weer een betrouwbare verdragspartij te zijn voor de EU en andere partijen.
Dit alles is niet mogelijk als de Conservatieve partij zo verdeeld blijft als het nu is. Onder aanvoering van Boris Johnson (zeker geen vriend (meer) van Sunak) worden de messen geslepen om de uitkomsten van een nieuw Noord-Ierland-protocol om zeep te helpen, indien in dat protocol nog enige rol voor het Hof van Justitie van de EU is weggelegd. Deze rol voor het EU-Hof was er ook al in het door Johnson destijds als overwinning binnengehaalde oude protocol. Hogere politiek dus? Kortom, de vooruitzichten op vooruitgang zijn niet gunstig en het Verenigd Koninkrijk zal wederom ten prooi vallen aan verlammende en onwaardige interne twisten binnen de Conservatieve partij waar niemand – en zeker de Britse burger niet – beter van wordt. Zo rot het fundament voor een democratisch ingerichte samenleving weg onder de voeten van de minderheid die door het, effectief beschouwd, twee partijensysteem niet gehoord wordt en zich moet voegen naar een meerderheid die geen enkel oog heeft voor haar belangen; van kiezers in het Brexit-referendum die niet wisten op wat voor Brexit zij stemden, en van Conservatieve kiezers die hun partij gegijzeld zien worden door ultrarechtse MP’s in het parlement. Hoewel Sunak de meest ‘volwassen’ premier lijkt in de afgelopen zes en een half jaar, staat hij, gelet op alle interne en externe uitdagingen, voor een bijna schier onmogelijke taak om deze succesvol het hoofd te bieden.
Ook voor Labour onder Keir Starmer is dit alles slecht nieuws. Hoe langer de problemen bij de Conservatieven duren, hoe meer puin hij moet ruimen en impopulaire maatregelen hij moet treffen, als hij en zijn partij de volgende verkiezingen winnen. Een uiterst ondankbare taak, die de Conservatieven weer in de kaart zal spelen. Politiek kan zeer wreed zijn. Het verlangen van de Britse burger naar rust en stabiliteit wordt ondermijnd door strijd tussen rivaliserende ego’s en incompetentie en bizarre agenda’s van politici.
Brexitmonitor derde kwartaal 2022
De monitor dient om inzicht te krijgen en te houden in de gevolgen van de Britse uittreding uit de EU, zowel voor de Britten zelf als voor de EU en Nederland. Hiervoor heb ik zes feitelijke parameters geselecteerd uit de reële economie en een tweetal die indicatief zijn voor het vertrouwen daarin (zie mijn eerste Brexitmonitor voor een toelichting en een nadere uitleg hiervan).
Dit alles geeft het volgende beeld:
Ondanks de oorlog in Oekraïne draaien in het derde kwartaal van 2022 de economieën van de Eurozone, Nederland en het Verenigd Koninkrijk nog steeds op volle toeren. Na een lichte hapering in het tweede kwartaal, heeft ook het Verenigd Koninkrijk vooralsnog de weg naar boven hervonden.
Het sentiment onder consumenten en ondernemers en daarmee het vertrouwen in de toekomst, heeft wel over de volle breedte een deuk opgelopen sinds de ‘overval’ van de Russische president Poetin op Oekraïne.
Veranderingen ten opzichte van het tweede kwartaal 2022 en een jaar terug
Reflecterend op de gang van zaken in het derde kwartaal 2022 kan geconstateerd worden dat er in het algemeen sprake is van een verdere uitbouw van prestaties ten opzichte van het tweede kwartaal.
In het derde kwartaal 2022 heeft het Verenigd Koninkrijk aanmerkelijk beter gepresteerd dan de Eurozone en Nederland. Hiermee is de dip van het vorige kwartaal ongedaan gemaakt. Deze verbetering in prestaties is vooral toe te schrijven aan de opleving van de export, stijging van de huizenprijzen en een verkleining van het begrotingstekort. Wat de export betreft is dat grotendeels terug te voeren op de oorlog in Oekraïne; gas, olie en daaraan gerelateerde producten namen een belangrijk deel van de exportstijging voor hun rekening. Daarnaast liet ook de export in non-ferrometalen (waaronder edelmetalen) een zeer forse stijging zien. De huizenprijzen blijven in het Verenigd Koninkrijk licht stijgen, maar aangezien deze stijging hoger uitvalt dan in de Eurozone en Nederland heeft dit wel invloed op de relatieve positie van het Verenigd Koninkrijk in de index. De verbetering van het begrotingstekort is noodzakelijk (van min 6,9% naar min 4,4%), maar gegeven de vele uitdagingen waarmee de Britse economie kampt, zal het interessant zijn om te zien hoe duurzaam deze ontwikkeling is.
Het is wel belangrijk te realiseren dat deze indicatoren algemeen van aard zijn en weinig tot niets zeggen over specifieke zaken als onvrede over het functioneren van de democratie, wachttijden voor behandeling bij de NHS, de druk die de hogere energie- en voedselprijzen leggen op veel huishoudens, achterblijvende lonen in de publieke sector die aanleiding geven tot arbeidsonrust, etc.). Deze zaken voeden de onvrede en bepalen het sentiment, zonder dat er een 100% relatie met de Brexit is te leggen. Toch is die er wel, omdat Brexit inmiddels zo ongeveer alle facetten van het Britse leven raakt (door wetgeving, arbeidsmarkt, handel, grensverkeer, etc.). De Brexitmonitor geeft inzicht in de mate waarin de betreffende economieën reageren op al die omstandigheden waarbij voor het Verenigd Koninkrijk de Brexit een belangrijke en bepalende interne factor is. In de vergelijking met de andere economieën kan, bij overigens min of meer gelijke externe omstandigheden, een indicatie gevonden worden welke invloed de Brexit heeft op de Britse economie.
Voorstaande zag op veranderingen op een termijn van een kwartaal. Dat is heel kort. Daarom is het goed om ook de wat langere termijn van een jaar in de beoordeling te betrekken. Ook hier zijn voor de Britten pluspunten te noteren. Met name het terugdringen van de staatsschuld en het begrotingstekort zijn positieve punten. Op andere vlakken blijft het Verenigd Koninkrijk achter bij vooral de Eurozone, maar ook Nederland (behalve als het gaat om de bijdrage van de financiële sector aan de economie). De ontwikkeling van het bbp/capita is een punt van zorg voor de Britten. Het is een indicatie dat de economie als geheel het tempo van de Eurozone en Nederland niet bij kan houden en dat de Brexit niet geleverd heeft wat ervan verwacht werd. Sinds begin 2015 (de start van mijn registratie) is deze weliswaar gestegen met 5,2%, maar die stijging is gerealiseerd voordat Boris Johnson premier werd, de Brexit duidelijk vorm kreeg en een feit werd. Dat geeft te denken.
Bovenstaand overzicht laat de relatieve waarden zien, met het vierde kwartaal 2019 als ijkpunt (index = 100). In onderstaande tabel zijn de absolute waarden opgenomen voor het derde kwartaal 2022 waardoor een beter inzicht mogelijk is in de orde van grootte waarin de uitkomsten zich bewegen. Het meest in het oog springende detail hierin is, dat de Nederlandse export zo dominant is ten opzichte van de Britse en dat door de diverse nationale coronasteunpakketten de begrotingstekorten in alle economieën hoger zijn dan normaal en dat de staatsschuld oploopt (hoewel die in Nederland relatief in toom lijkt te worden gehouden en zich nog ruim onder de EMU-norm bevindt).
Ik kijk ook altijd specifiek naar de ontwikkeling van de huizenprijzen in Londen. Vergeleken met een jaar hiervoor zijn daar de huizenprijzen met gemiddeld 6,9% gestegen, wat achterblijft bij de 9,5 % stijging in het VK als totaal (een gemiddelde koopwoning kostte in het VK ₤294.559, tegen een gemiddelde koopprijs van een huis in Nederland van €425.000). Een woning in London kostte in het derde kwartaal 2022 gemiddeld ₤544.113.
Ontwikkeling van de export tussen het Verenigd Koninkrijk, Nederland en de Eurozone
Naast de Brexitmonitor als zodanig volg ik afzonderlijk de ontwikkeling van de export tussen Nederland, het Verenigd Koninkrijk en de Eurozone.
Interessant is dat de Britse export naar Nederland sinds maart 2021 fors gestegen is (plus 48%). Nederland is na de Verenigde Staten en Duitsland, de grootste exportpartner van het Verenigd Koninkrijk. Mogelijk is de eerdergenoemde export van energie en gerelateerde producten vanuit het Verenigd Koninkrijk daar de oorzaak van. Het vraagt nadere verdieping. Ook in de handel vanuit het Verenigd Koninkrijk naar landen in de Eurozone als geheel (dus inclusief Nederland) is een stijging te zien (plus 8,5%). Zoals eerder vermeld is deze stijging, naar mag worden aangenomen, niet dankzij de Brexit tot stand gekomen, maar het gevolg van de situatie in de Oekraïne. De Nederlandse export naar het Verenigd Koninkrijk blijft achter bij het oude niveau (een daling van bijna 6,8%). De Nederlandse export heeft echter andere markten gevonden en is wereldwijd juist met ruim 31% gegroeid sinds januari 2020. De groei van de export van landen in de Eurozone naar de rest van de wereld nam toe met bijna 18%, de totale export van het Verenigd Koninkrijk sinds januari 2020 met een zeer bescheiden 7%. Dit laatste moet de Britten zorgen baren. Post-Brexit zijn ze er niet in geslaagd onder het juk van de ‘Brusselse bureaucratie’ betere afzetmogelijkheden voor hun producten te vinden.
Tot slot
Het is weer ouderwets ‘Brexit-time’. De geschetste spanningen in de Conservatieve partij zullen veel stuurmanskunst van Rishi Sunak vragen. Laat hij zijn oren hangen naar het enge belang van de oerconservatieve Eurosceptici van de European Research Group binnen de Conservatieve partij aan de ene kant of laat hij het bredere landsbelang prevaleren? Deze belangen lijken slecht samen te gaan. In de stuurmanskunst toont zich de meester. Als Sunak voor dit examen slaagt, dan wordt het misschien wel wat. We gaan het zien!