(Three Lions/Getty Images)
Mijn vorige artikel ‘Fifty shades of Brexit’ en met name mijn openbare brief aan de Europese Raad hebben veel positieve reacties opgeroepen. In mijn brief wordt vooral op de EU een appèl gedaan haar standpunt rond de Backstop (zie hieronder) te heroverwegen. Hoewel het Britse parlement weinig duidelijk is over wat ze nu wél wil, zeker is dat de Backstop in ieder geval niet acceptabel is. Ook is helder dat een gedwongen Backstop na 1 januari 2021 (maar ook tijdens de transitieperiode daaraan voorafgaand) niet zal bijdragen tot harmonie tussen de bij de Brexit betrokken partijen; een gedwongen huwelijk leidt nu eenmaal zelden tot een vruchtbaar resultaat. Dat is jammer, vooral omdat er alternatieven zijn die wél werken. Er waren ook vragen om verduidelijking en deze hoop ik hieronder te kunnen geven.
Backstop
De Backstop vindt zijn oorsprong in een tegen heug en meug afgedwongen concessie van de Britten tijdens het eerste halfjaar van de Brexit-onderhandelingen. In de onder grote tijdsdruk en de voor het bereiken van de volgende Brexit-ronde van onderhandelingen voor de Britten belangrijke overeenkomst van 8 december 2017 (paragraaf 42 t/m 56), is vastgelegd dat het Verenigd Koninkrijk zich heeft gecommitteerd een harde grens tussen Ierland en Noord-Ierland te voorkomen. Dit was een ‘take it, or leave it’-moment vanuit de EU. Genoemd commitment is terug te voeren op de verplichtingen die Ierland, het Verenigd Koninkrijk en Noord-Ierland als gevolg van het Goede-Vrijdagakkoord van 1998 op zich hebben genomen. Dit akkoord heeft geleid tot het beëindigen van de ‘Troubles’ en voorziet onder meer en voor zover hier van belang, in het garanderen van de mensenrechten en veiligheid van alle inwoners van het gehele Ierse eiland en het zonder beperkingen kunnen reizen tussen Ierland en Noord-Ierland.
Zonder hier in de overeenkomst principiële gronden voor aan te voeren, omvat het ‘verbod’ van een harde grens om zeer begrijpelijke redenen het vrije verkeer van personen, maar opvallend genoeg ook dat van goederen. Deze uitbreiding dient geen enkel duidelijk of zelfstandig doel, valt niet terug te voeren op de aan de ‘Troubles’ ten grondslag liggende problemen en is nu zelf verworden tot een potentiële tijdbom in de relaties tussen vooral het Verenigd Koninkrijk en Ierland maar ook met de EU. Het vervult de functie van veiligheidsklep (Backstop), die het door de Britten uitgesproken commitment moet veiligstellen. De Backstop komt erop neer dat het Verenigd Koninkrijk veroordeeld wordt tot een soort permanente douane-unie met de EU, als er voor 1 januari 2021 geen goede oplossing komt die een harde grens voor personen en goederen overbodig zou maken. Voor het personenverkeer is, zoals hierna zal blijken, al een sluitende oplossing. Het probleem richt zich op het goederenverkeer. Het verzet hiertegen vanuit het Britse parlement is, wat je verder ook denken mag van de Brexit zelf, begrijpelijk. Gelet op de verhoudingsgewijs zeer beperkte omvang van het goederenverkeer tussen Ierland en Noord-Ierland (zie hierna) en het feitelijk ontbreken van een zeer specifieke en goed te onderbouwen reden die zich tegen een harde grens voor het goederenverkeer verzet, is de blokkade vanuit de EU ‘iets’ aan de Backstop te doen behalve gevaarlijk ook betrekkelijk absurd.
Wel of geen harde grens?
Minder bekend, maar daarom niet minder belangrijk, is het feit dat Ierland (toen nog Ierse Vrijstaat) en het Verenigd Koninkrijk al sinds 1923 een informele overeenkomst hebben (de Common Travel Area of CTA), op grond waarvan de grenzen voor personenverkeer tussen beide gebiedsdelen open zijn en beide landen elkaars immigratiewetten handhaven. Deze overeenkomst heeft geleid tot wijzigingen in de Ierse en Britse wetgeving (1925 en later) die erin voorzien burgers van het andere land, voor de werking van de eigen immigratiewetten, niet als vreemdeling te beschouwen. De CTA is op geen enkele wijze gerelateerd aan het lidmaatschap van de Europese Unie; het dateert van lang daarvoor en geldt, na een aantal keren te zijn aangepast aan de tijdsgeest, nog steeds. Alleen gedurende WO II en de Troubles is de werking opgeschort of ingeperkt. Dit impliceert dat het Goede-Vrijdagakkoord feitelijk slechts een situatie heeft hersteld (alle andere spanningen voordien tussen Ierland en Noord-Ierland daargelaten), die al heel lang voor de Troubles gemeengoed was.
De Britse overheid is zich al sinds enige tijd aan het voorbereiden voor het geval er geen overeenkomst over de Brexit kan worden gesloten voor 29 maart 2019. In een van de ‘notices’ die daarover is gepubliceerd staat zonder omwegen dat Ierse burgers zich, ook ingeval van een ‘no-Brexit deal’, net als voorheen, vrij kunnen blijven bewegen en vestigen in het Verenigd Koninkrijk; de Ieren hebben zich andersom ook zo uitgelaten. Voor burgers van landen buiten Ierland en het Verenigd Koninkrijk geldt dat zij, binnen het raamwerk van de huidige CTA en de daarop gebaseerde bepalingen en overeenkomsten, vrij kunnen reizen binnen deze landen, maar net als nu, aan de buitengrenzen zullen worden gecontroleerd op dezelfde wijze als gebruikelijk onder de Britse en Ierse immigratiewetgeving. Deal of geen deal, post-Brexit is er op het vlak van het personenverkeer geen enkel probleem.
Dit mag dan wel zo zijn voor het personenverkeer, voor goederen ligt dit anders. Alleen door het lidmaatschap van de EU is het mogelijk dat goederen helemaal zonder belemmeringen de grens tussen Ierland en het Verenigd Koninkrijk kunnen passeren. Binnen de EU gelden immers geen invoerrechten en zijn alle voorschriften gelijk.
Zodra de Brexit een feit is krijgt het Verenigd Koninkrijk een landgrens met de Europese Unie. Deze grens is 499 km lang en bevindt zich tussen Ierland en Noord-Ierland en is inmiddels de meest bediscussieerde grens van de afgelopen jaren. Brexit en het door de Britten zo gewenste ‘frictionless trade’ (beperkingsvrije handel) gaan alleen samen als het Verenigd Koninkrijk een vergaande vorm van samenwerking aangaat met de EU. De voorwaarden daarvoor zijn echter zodanig, dat een groot deel van de door de Britten gedroomde overwegingen om uit de EU te stappen door acceptatie daarvan ongedaan gemaakt zouden worden. Zo zou het Verenigd Koninkrijk zelf geen handelsverdragen kunnen sluiten met andere landen, zou het een belangrijk deel van de EU-handelswetgeving moeten implementeren zonder daar zeggenschap over te hebben en zal het zich moeten onderwerpen aan de rechtsorde van het Europese Hof van Justitie op een groot aantal zaken die raken aan het handelsverkeer. Bovendien zal het Verenigd Koninkrijk substantieel moeten bijdragen in de kosten van dit systeem van handel zonder beperkingen. Het staat inmiddels wel vast dat hier onvoldoende steun voor is, niet in het Britse parlement en evenmin op straat. Een harde(re) grens, als de Brexit doorgezet wordt, is daarom onontkoombaar. Naarmate de gezochte zelfstandigheid ten opzichte van de EU groter is, zullen de grenzen harder worden. Niet alleen in de havens, maar ook tussen Ierland en Noord-Ierland. Deze realiteit is wellicht hard te accepteren, maar wel een onvermijdelijk gevolg van de Brexit.
Goederenverkeer
Voor de beeldvorming is het belangrijk een voorstelling te maken van de waarde van het goederenverkeer dat de Iers/Noord-Ierse grens passeert. Ik baseer me hiervoor op de 2017 cijfers van het Northern Ireland Statistics and Research Agency van het Noord-Ierse ministerie van Financiën, het Central Statistics Office uit Ierland en het Statistiekbureau van de EU, Eurostat.
De totale export van Noord-Ierland naar het buitenland (dus exclusief Groot-Brittannië) bedraagt £10,1 mld.. Van de Noord-Ierse export gaat £3,9 mld. naar Ierland. Andersom gaat er vanuit Ierland voor een waarde van £1,7 mld. de grens over naar Noord-Ierland. Het totale bedrag van de im- en export bedraagt dus £5,6 mld..
Op de totale EU im- en exportwaarde van €3.736 mld. is dat heel erg weinig, minder dan 0,2%, en daarmee lijkt het ‘probleem’ van het goederenverkeer goed beheersbaar. Tegelijkertijd, en misschien wel juist daarom, is het onbegrijpelijk dat juist dit aspect de onderhandelingen tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk zo in gijzeling houdt.
Grensovergangen
Hoewel grenzen een logisch gevolg zijn van de Brexit, moeten er gezien de betrekkelijk geringe omvang van het vrachtverkeer tussen Noord-Ierland en Ierland oplossingen te bedenken zijn die effectief zijn en in voldoende mate rekening houden met het feit dat het personenverkeer op geen enkele wijze gehinderd mag worden.
Gelukkig zijn er voorbeelden hoe dit te realiseren. De Zwitserse situatie leent zich daar goed voor. Het land is nagenoeg geheel omsloten door EU-landen, deelt daar ca. 1.850 km grens mee, maar maakt er geen onderdeel van uit. De totale waarde van de im- en export van Zwitserland bedraagt CHF 561 mld. (2017); het land behoort daarmee tot de top 20 handelsnaties ter wereld. Twee derde van het Zwitserse handelsvolume wordt afgehandeld door de vele douanekantoren bij grensovergangen aan de weg. Dit verklaart waarom Zwitserland behoefte heeft aan een zo efficiënt mogelijke afhandeling van het grensverkeer. Om het vrije verkeer van personen te faciliteren is het land toegetreden tot het Schengen-gebied, wat zeggen wil dat personen ongehinderd de grens passeren kunnen. Ook is Zwitserland zonder lidstaat te zijn, onderdeel van de interne markt van de EU. Om dit mogelijk te maken zijn veel bepalingen uit het EU-recht geïntegreerd in haar wetgeving. Dit helpt barrières te slechten, maar neemt niet weg dat er nog steeds beperkingen zijn en dat het vrachtverkeer onderworpen is aan bepaalde controles en formaliteiten.
Om het personenverkeer niet te hinderen wordt het vrachtverkeer omgeleid en afzonderlijk afgehandeld. Post-Brexit is de mate van controle en formaliteiten aan de Britse grenzen met de EU, zoals gezegd, afhankelijk van de uitkomst van de onderhandelingen over het soort handelsrelatie die de Britten en de EU over en weer met elkaar willen aangaan. Voor de grens van Ierland met Noord-Ierland is dat niet anders, maar het personenverkeer hoeft daar op geen enkele wijze hinder van te ondervinden. Bovendien moet het mogelijk zijn een stelsel van ontheffingen in te voeren dat voorziet in het onder voorwaarden vrijstellen van controles en formaliteiten voor lokaal cross-border handelsverkeer.
Het Britse parlement heeft Theresa May nu op pad gestuurd met de boodschap een betere deal te bereiken met de EU. Een deal zonder Backstop lijkt voldoende te zijn, maar wordt door de EU in alle toonaarden buiten de orde verklaard. May heeft daarnaast weinig wisselgeld behalve misschien wat concessies op visserijgebied. Niemand kan de uitkomst voorspellen. Het blijft dus spannend.
Brexit-monitor 3dekwartaal 2018
De door mij samengestelde Brexit-monitor volgt het economisch wel en wee van Groot-Brittannië, Nederland en de EU op een aantal, voor de impact van de gevolgen van de Brexit, relevante parameters (zie mijn eerste Brexit-monitor voor een toelichting en een nadere uitleg hiervan).
Gegeven alle onzekerheden de afgelopen maanden zou je verwachten dat de Britten het economisch zwaar hebben en moedeloos de toekomst tegemoetzien. Dit beeld wordt door de Brexit-monitor niet ondersteund. Weliswaar loopt de monitor achter bij de realiteit vanwege het pas laat beschikbaar zijn van alle relevante data, toch mag dit opmerkelijk genoemd worden. Ook Nederland lijkt het goed te doen en de hapering in het vorig kwartaal lijkt (vooralsnog) doorbroken. Bij de EU is het groeitempo aan het vertragen.
Veranderingen ten opzichte van vorig kwartaal en een jaar terug
De Britse economie presteert ten opzichte van een kwartaal geleden beter dan Nederland en de EU. Op alle dimensies wordt goed gescoord, met uitzondering van de werkgelegenheid waar een klein verlies moest worden geïncasseerd. Het meest in het oog springende cijfer is de stijging van de export (+3,6 punten), ondanks het feit dat het GBP het afgelopen kwartaal redelijk stabiel is gebleven ten opzichte van de euro. De huizenprijzen trekken weer iets aan na een stagnatie eerder in het jaar en om onduidelijke redenen lijkt het vertrouwen van het bedrijfsleven in de economie het afgelopen kwartaal verrassend op te leven. In Nederland zien we dat voor het tweede kwartaal op rij het consumentenvertrouwen en het door het bedrijfsleven ervaren economische sentiment heeft moeten inleveren. Deze daling vlakt positieve ontwikkelingen in de reële economie, zoals de stijging van de export en de huizenprijzen uit.
Terugkijkend over een periode van een jaar blijft Nederland koploper op nagenoeg alle prestatievlakken van de index. Over een heel jaar genomen blijft de EU als geheel achter bij Nederland en het Verenigd Koninkrijk, maar per saldo wordt wel positief gepresteerd. De positieve trend bij de Britten wordt wederom gedragen door het volume van de export en de omvang van de beloningen in de financiële sector. Het is juist deze laatste component die als de Brexit na maart 2019 een feit is, het meest kwetsbaar is. In het economische en welvarende hart van het Verenigd Koninkrijk zijn de huizenprijzen in de periode tussen september 2017 en september 2018 na een vrije val eerder in het jaar weer aan een opmars bezig (met tussen haakjes de cijfers over de periode juni 2017-2018): City of London +7,1% (-23,8%), Westminster -4,9% (-12,1%) en Kensington and Chelsea +18% (-13,9%). Deze opleving wordt door de samenstellers van de cijfers verklaard uit het lage volume van het aantal transacties. Dit volume is overigens niet alleen in London (-18,5%), maar in heel Engeland over het afgelopen jaar fors lager (-17,2%).
Bovenstaand overzicht laat de relatieve waarden zien, met het tweede kwartaal 2016 als ijkpunt (index = 100). In onderstaande tabel zijn de absolute waarden opgenomen voor het derde kwartaal 2018, waardoor een beter inzicht mogelijk is in de orde van grootte waarin de uitkomsten zich bewegen.
Ontwikkeling van de export van en naar het Verenigd Koninkrijk met Nederland en de EU
Naast de Brexit-monitor als zodanig volg ik afzonderlijk de ontwikkeling van de export tussen Nederland, het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie. De omvang van de export in GBP van het Verenigd Koninkrijk naar de EU is, mede door de daling van de koers tussen het GBP en de euro, gerekend vanaf juni 2016 behoorlijk gestegen (plus 23,1%). Interessant is dat sinds 2015 de export vanuit Nederland naar het Verenigd Koninkrijk meer gegroeid is dan de export vanuit het Verenigd Koninkrijk naar Nederland. Van het negatieve ‘Brexit-effect’ waar Nederlandse exporteurs zo voor vrezen lijkt vanuit de geaggregeerde cijfers (nog) geen sprake.
Tot slot
De komende twee maanden (maar als de Britten (succesvol) een verlenging van de artikel 50-procedure onder het EU-verdrag weten te bewerkstelligen nog langer), worden wederom behoorlijk spannend. De enige constanten lijken dat Theresa May nog steeds de eerste minister van de Britse regering is en dat chaos onverminderd doorwoekert in en rond Westminster.