Baudet verwijt Ollongren de democratie te hebben vermoord (Elsevier Weekblad/ANP)
Op 21 maart wordt er gelijktijdig met de gemeenteraadsverkiezingen een raadgevend referendum gehouden over de vraag of men voor of tegen de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 (ook wel bekend onder de overigens nogal misleidende naam: ‘Sleepwet’) is. De initiatiefnemers hebben grote zorgen dat deze wet de privacy en vrije meningsuiting van burgers beperkt en dat persoonlijke gegevens in verkeerde handen kunnen vallen. Hiermee zijn volgens de initiatiefnemers onze veiligheid en mensenrechten in het geding.
De Sleepwet vervangt een wet uit 2002 die het de Algemene en Militaire inlichtingen- en veiligheidsdiensten (hierna gezamenlijk aan te duiden met ‘IVD’) mogelijk maakten om communicatie die via de ether (door de lucht) plaatsvindt te onderscheppen. Sinds 2002 is er nogal wat veranderd op dat gebied. Veel van onze communicatie vindt inmiddels plaats op het internet via kabels en niet (alleen) via de ether. De wet uit 2002 biedt slechts beperkte mogelijkheid voor de inlichtingen- en veiligheidsdiensten om toegang tot deze, voor hun opsporingstaken noodzakelijke informatie te verschaffen.
Bescherming persoonlijke levenssfeer
Is de veiligheid van burgers van hoger belang dan de bescherming van hun persoonlijke levenssfeer? Dat is het dilemma dat de inzet is voor dit referendum. Ons democratisch fundament is gebouwd op het liberale beginsel dat burgers een zeer hoge mate van persoonlijke vrijheid genieten en zich beschermd moeten weten tegen een te opdringerige overheid. Tegelijkertijd wordt van de overheid verwacht dat zij de burgers beschermt tegen gevaren, onveiligheid en aantasting van de democratische rechtsstaat. Zou de overheid hierin falen, dan dreigt het gevaar dat burgers zelf hun veiligheid gaan organiseren en uiteindelijk kom je dan letterlijk in ‘Amerikaanse toestanden’ terecht, zijn recht en orde ver te zoeken, weten burgers zich niet beschermd tegen willekeur en onrecht en wordt de deur opengezet voor ondermijning van onze samenleving door hen die het daar niet zo nauw mee nemen en/of proberen ons systeem te manipuleren. Technologie geeft ons ongekende mogelijkheden en brengt ons welvaart en welzijn, maar roept ook grote gevaren op. Hoe deze te beteugelen?
Het vreemde aan deze discussie vind ik dat de tegenstanders van het uitbreiden van de bevoegdheden van de IVD de kans op een onrechtmatige inbreuk op hun persoonlijke levenssfeer door overheden een groter gewicht toekennen dan de zekerheid dat kwaadwillenden op een onrechtmatige wijze ons systeem kunnen ondermijnen.
Veiligheid
Nog vreemder is het dat het kennelijke vertrouwen in de integriteit van ons systeem (opsporingsdiensten, toezicht, parlement en regering) door de tegenstanders van de Sleepwet zo laag is dat zij op de koop toe nemen dat kwaadwillenden hun gang mogen gaan en zich mogen koesteren in de bescherming van hun privacy. Ik vraag me ten zeerste af hoe je dat in deze tijd en met de huidige stand van de technologie nog verantwoorden kan. De indruk wordt gewekt dat de IVD met de bestaande middelen en zonder aanvullende bevoegdheden voldoende in staat zijn onze samenleving te beschermen tegen ieder, voor onze samenleving als totaal, relevant gevaar. Dit is alleen zo, als de middelen zich op een adequate wijze verhouden tot de omstandigheden en het technologische speelveld. We leven al lang niet meer in een wereld waar de onderlinge verhoudingen overzichtelijk zijn en vijanden bekend en de techniek een statische factor is. Het is onmogelijk vooraf te bepalen wie, wanneer, hoe en op welke wijze inbreuk gaan maken op onze nationale veiligheid.
Opmerkelijk was de felle kritiek uit de hoek van de tegenstanders van de Sleepwet op minister Ollongren toen ze (onder meer) aangaf dat de Nederlandse publieke opinie door de Russische inlichtingendiensten wordt beïnvloed. Ze wenste (mijns inziens terecht) niet te voldoen aan het verzoek van de oppositie hier een nadere onderbouwing voor te geven. Inmiddels is door het journalistieke werk van de Volkskrant duidelijk geworden hoe dicht de IVD de Russen op de hielen zit. Hiermee was wel het geheime werk van de IVD blootgelegd, maar de tegenstanders van de Sleepwet hadden hier niet van terug en zoals gebruikelijk ontkende het Kremlin alles. Deze bedreigingen houden niet bij onze grens op. Er wordt ook via binnenlandse kanalen gezocht naar het beïnvloeden van de publieke opinie. De recente aanklacht van de bijzondere aanklager Robert Mueller in de Verenigde Staten tegen 13 Russen geeft ons een inkijkje hoe zij te werk gaan. Het is naïef te veronderstellen dat de Russen (en anderen) in Europa en Nederland anders zullen opereren dan in de Verenigde Staten. Wil de IVD haar werk ook binnenlands goed kunnen doen dan heeft zij additionele middelen nodig. Het gaat hier echt niet alleen om Russische inmenging, maar ook activiteiten door terroristen, criminelen en inmenging door andere landen. Deze zijn veelal lastig te onderkennen, op te sporen en/of onschadelijk te maken.
Tegenstanders wijzen erop dat meer informatie niet noodzakelijk leidt tot een betere bescherming. Dit is slechts deels waar, maar vooral, wat is het alternatief? Je overgeven aan de boze buitenwereld, het uitbreiden van opsporingskracht en/of meer mensen in de gaten houden? Ik denk dat niemand daar op zit te wachten. Het doel is ons land veilig te houden, het middel hiervoor is inlichtingenwerk. Hierbij is het van groot belang om slim met de data om te gaan. Juist daarom is het belangrijk een groot aantal datapunten tot je beschikking te hebben. Pas als daar de lijntjes verbonden kunnen worden en verbanden gelegd, wordt de inhoud van belang. Voor bijvangst is normaal gesproken geen tijd, laat staan personeel beschikbaar. Zullen er incidenten zijn? Natuurlijk wel, we zullen daarvan moeten leren en waar nodig de wet aanpassen. Dit zou echter nooit de reden mogen zijn om de Sleepwet tegen te houden.
Angst voor tirannen?
De tegenstanders van de Sleepwet lijken er in hun argumentatie impliciet op te speculeren dat de Nederlandse rechtsstaat kan afglijden naar het niveau van landen als Rusland, Iran, Syrië, Filippijnen, Venezuela, etc.. Ze waarschuwen voor de gevaren van wisselende regeringen, misbruik van macht en wat er mogelijk met je gegevens gedaan kan worden. Is dat een terechte angst? Ik denk van niet. De vergelijking gaat mijns inziens totaal mank. Omdat het in andere landen niet deugt, impliceert dat nog niet dat het aannemen van de Sleepwet de eerste stap is op weg daarnaartoe. Integendeel! Juist de kracht van onze eigen parlementaire democratie en instituties maakt het mogelijk de IVD middelen aan te reiken om ons te beschermen tegen het lot dat andere burgers in minder geprivilegieerde landen wél treft.
Bindende uitspraken
De Sleepwet geeft geen carte blanche aan de IVD. Alleen binnen een goed werkend parlementair systeem van controle op de regering, IVD en toezichthouders kan een noodzakelijk kwaad als de Sleepwet goed functioneren. Punt van kritiek vanuit bijvoorbeeld Amnesty International is dat de externe en onafhankelijke toezichthouder, de CTIVD (de Commissie van Toezicht voor de inlichtingen- en veiligheidsdiensten) geen bindende uitspraken kan doen over het handelen van de IVD. De CTIVD rapporteert haar bevindingen aan de minister en de Tweede Kamer, maar de minister kan deze bevindingen naast zich neerleggen. Amnesty c.s. zien daar een bezwaar in. Mijn wedervraag is dan: is het beter een toezichthouder te hebben die in achterkamers opereert, zowel oordeelt als veroordeelt, dus een slager is die zijn eigen vlees keurt, of een Tweede Kamer die een minister aan kan spreken op het functioneren van de IVD, het oog van de natie op zich gericht weet en de geëigende middelen heeft de minister ter verantwoording te roepen? Mijn voorkeur gaat onder alle omstandigheden uit naar het laatste.
Referendum
Het zal op basis van voorstaande duidelijk zijn dat ik op 21 maart aanstaande vóór de Sleepwet stemmen zal. Voldoende mensen hebben binnen de daarvoor wettelijke kaders een referendum over dit belangrijke onderwerp afgedwongen, en binnen een democratie vraagt dat om een uitspraak. Ik hoop niet dat kiezers, net als bij het ‘Oekraïne-referendum’, denken dat hun stem er niet zoveel toe doet, vervolgens afhaken om overvallen te worden door een uitkomst die ze niet verwacht hadden met alle gevolgen van legitimatie van de uitkomst als resultaat.
Dit neemt niet weg dat ik geen voorstander ben van het raadgevend referendum als zodanig. Een partij als de SP laat zien waarom dit instrument zo’n slecht idee is. Als zij zou staan voor oprechte politiek is het lastig te begrijpen hoe haar kersverse voorzitter, kiezers met demagogisch gemak oproept tegen de Sleepwet te stemmen als protest tegen het afschaffen van het raadgevend referendum. Dit is een gevaarlijke oproep en de initiatiefnemers tot het referendum zullen hier niet blij mee zijn geweest. Net als dat bij het Oekraïne-referendum niet duidelijk was waar de nee-stem voor stond, wordt nu wederom een referendum misbruikt voor een ander doel dan waar het voor bedoeld was. Dit is de tweede keer in evenzovele pogingen dat een nee-stem in een raadgevend referendum niet ondubbelzinnig te duiden is. Het is niet Ollongren die, zoals Thierry Baudet haar recent verweet, de democratie vermoordt, maar juist degenen die het referendum inzetten voor hun eigen demagogische en populistische spelletjes.
Hoewel daar in de Kamer geen meerderheid voor is, zie ik wel heil in een bindend referendum als laatste middel om een ontspoord parlement tot de orde te roepen. Mijn overwegingen en blauwdruk hiervoor heb ik vastgelegd in een eerder artikel (Referendum: voorstel voor het organiseren van een volwassen tegenstem). In hoofdlijnen komt het neer op het volgende:
- Rechtstreeks en onmiskenbaar verband: een initiatief is alleen dan referendabel indien door een onafhankelijke commissie is vastgesteld dat sprake is van een rechtstreeks en onmiskenbaar verband tussen het voorliggende besluit en de (communicatie rond de) oproep tot het onderwerpen daarvan aan een referendum.
- Geen opkomstdrempel: een opkomstdrempel werkt verstorend op het stemgedrag en om dat te voorkomen stel ik voor deze af te schaffen.
- Bindend: ter bevordering van duidelijkheid en transparantie rond de besluitvorming, meen ik dat een volwassen democratie erbij gebaat is dat de geldige uitkomst van een referendum bindend is.
- Gekwalificeerde meerderheid: om parlementaire dwalingen te voorkomen maar zonder een inbreuk te maken op het werk dat gekozen volksvertegenwoordigers doen, stel ik voor de uitkomst van een referendum pas geldig te doen zijn indien een gekwalificeerde meerderheid van tweederde (het mag ook 60 procent zijn) van de uitgebrachte stemmen ‘tegen’ is.
Een dergelijk referendum zal hopelijk nooit tot het verwerpen van wetgeving hoeven leiden. Toch is het een nuttig sluitstuk in ons wetgevend proces. We hoeven hiervoor alleen maar te kijken naar de wijze waarop politieke leiders als Baudet en Wilders (alleen al binnen hun eigen partij) hun ideeën over democratie en vrijheid van meningsuiting in de praktijk brengen. Mochten zij (of anderen met vreemde ideeën over democratie) het voor het zeggen krijgen, dan is het prettig over een noodrem te kunnen beschikken welke kiezers de mogelijkheid geeft al te grote ontsporingen te corrigeren.