De afgelopen drie maanden hebben twee referenda plaatsgevonden die beide, ieder op hun eigen wijze, een hoop stof hebben doen opwaaien. Sentimenten hebben het gewonnen van inhoud. De vraag is of de samenleving daar uiteindelijk beter van wordt. Toch kunnen volwassen democratieën niet zonder tegengeluid. Referenda horen daarbij, maar dan wel op andere wijze ingestoken. In dit artikel beargumenteer ik dat het te overwegen valt het referendum bindend te maken, de opkomstdrempel af te schaffen, maar de geldige uitkomst wel te koppelen aan een gekwalificeerde meerderheid.

Op 6 april zal er een nationaal raadgevend referendum gehouden worden waarin aan de Nederlandse kiezer gevraagd wordt of hij "voor of tegen de Wet tot goedkeuring van de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en Oekraïne" is. Dit referendum roept wel een aantal vragen op. Vragen die ik in een aantal artikelen wil aankaarten. In dit artikel houd ik me bezig met het gegeven dat GeenPeil het raadplegend referendum willens en wetens kaapt voor een oneigenlijk doel, de vraag hoe dat de toegevoegde waarde van een referendum beïnvloedt en wat daar mogelijk tegen te doen is.