Credit: Kevin Ambrose for The Washington Post
Er was eens een land waar men trots was op de door hun voorvaderen bedachte inrichting van het staatsbestel. Een bestel dat voorzag in een scheiding der machten waarbij de belangrijkste instituties met juist zoveel macht waren toebedeeld, dat geen daarvan zelf de absolute macht kan verwerven (vangrails). Waar burgers zich beschermd wisten door de belofte dat iedereen in de ogen van de wet gelijkwaardig is en dat zij mochten rekenen op respect voor hun leven, hun vrijheid en hun zoektocht naar geluk. Deze waarden werden door de Amerikanen zo belangrijk gevonden dat ze daar de rechtvaardiging in vonden zich te ontworstelen aan het gezag van Groot-Brittannië en meer in het bijzonder de ‘tirannieke’ onderdrukker, koning George III.
De terugkeer van Donald Trump in het Witte Huis heeft veel duidelijk gemaakt over de impact die één persoon kan hebben op het door de Amerikanen zo doortimmerd en voor alleenheerschappij onaantastbaar gewaand systeem. De Amerikanen lijken terug te zijn bij af. De koning is dood … lang leve Trump!
Het leert ons dat:
instituties alleen als vangrail kunnen functioneren, als de integriteit en de onafhankelijkheid van mensen die die instituties bemensen, boven iedere twijfel verheven zijn;
wanneer de vangrails niet functioneren, rechts(statelijke)betrekkingen tussen overheid, burgers, politieke opponenten, buitenlandse mogendheden en internationale organisaties op hun kop komen te staan;
niemand meer vertrouwen kan op de bescherming die gold toen de vangrails hun werk nog wel deden, dus voordat het tapijt onder de rechtszekerheid van veel Amerikanen van alle gezindten en achtergrond zo ruw werd weggetrokken.
Het is verbijsterend te moeten constateren dat juist de gecreëerde onzekerheid hét beleidsinstrument is geworden in het provoceren, dreigen, nastreven van eenzijdig voordeel, creëren van afhankelijkheid en het zaaien van verdeeldheid. Niets is meer heilig. Schijn en wezen zijn vaag. Dit is een bewuste strategie.
Hoewel het de bedoeling is met deze strategie te overrompelen en het pad te effenen voor snelle concessies is de (vooral negatieve) impact groot en langdurig. Het draagt zeker niet bij aan het verklaarde doel ‘Amerika weer groot te maken’.
Op de korte termijn wordt opgeschud, op de lange termijn gaat het schuiven. Vertrouwen is het cement van iedere samenleving. Ontbreekt dit of wordt het ernstig ondermijnd dan moet gevreesd worden voor een breed spectrum aan gevolgen:
ontwrichting van levens van vele ‘anti-Trump’-Amerikanen en van immigranten en hun kinderen met langjarige wortels in de Verenigde Staten;
verlies in het vertrouwen in het Amerikaanse systeem door burgers, het bedrijfsleven en buitenlandse mogendheden en bondgenoten;
banenverlies in alle landen (inclusief de VS) die door handelsconflicten en importheffingen worden getroffen;
hogere prijzen voor in Amerika geproduceerde producten (waarom anders zijn de fabrieken daar gesloten om in het buitenland te produceren?) of uit het buitenland geïmporteerde goederen met hoge(re) heffingen en toenemende inflatie als gevolg;
langdurige schade aan de nationale en internationale (rechts)orde en een eindeloze stroom juridische procedures voor internationale hoven en instanties met onzekere uitkomsten;
escalatie van conflicten, toenemende weerzin, rancune en uiteindelijk zelfs fysieke confrontaties;
een geweldsspiraal met de reële mogelijkheid dat Trump zijn ‘bondgenoten’ tegen hun zin meezuigt in een gecompliceerde retoriek rond feiten, loyaliteit, oorzaak, gevolg en proportionaliteit.
Is dit alles in het Amerikaanse belang? Het is moeilijk voor te stellen waarom wel. Op de korte termijn geeft het wellicht (vooral Trump) een kick, op de lange termijn (het land en de wereld daaromheen) een kater. Hoe duurzaam is je huidige dominante positie als je bruggen achter je verbrandt en alles en iedereen van je vervreemdt? Wat in decennia met zorgvuldige diplomatie is opgebouwd, wordt met een dikke viltstift afgebroken. Het is een gevaarlijk spel dat Trump speelt en de vraag is wie of wat hij hiermee denkt te helpen, behalve dan zijn eigen belang en zijn (snel getergde) ego. Naast monetaire overwegingen, moet bij Trump’s eigen belang vooral gedacht worden aan het afwenden, afbreken of anderszins beïnvloeden van (straf)rechtelijke procedures die tegen hem zijn ingesteld of al in zijn nadeel zijn beslecht. Op psychoanalytisch niveau springen zelfs voor de leek een aantal zaken in het oog. Wat ego betreft mag inmiddels wel worden geconstateerd dat voor Trump alles persoonlijk is, niets vergeten wordt en een kras op zijn ziel moet worden vergolden. Zijn ego lijkt daarnaast in belangrijke mate te worden gevoed door de hoeveelheid macht die hij op enig moment kan uitoefenen en de schade die hij daarmee bij de ander aanricht. Hij zegt uit te zijn op een ‘deal’, maar zijn stijl kenmerkt zich door het nastreven van een voor hem maximaal resultaat. Geen winst smaakt zo zoet, als de totale vernedering en het maximale verlies van zijn tegenstander. Win-win is dan de minst acceptabele optie. Het typische gedrag van een psychopaat. Wat als ondernemer nog (net) kon, is als staatshoofd voor een machtig land als Amerika desastreus.
Bilaterale verhoudingen in het bedrijfsleven kennen een totaal andere dynamiek dan de multilaterale verantwoordelijkheden die de Amerikaanse president heeft. Succes in het bedrijfsleven vertaalt zich in relatief simpele parameters als winst, groei, retentie, enz. Voor een staatshoofd zijn de relevante succesfactoren oneindig groter en veel complexer. Zij omvatten een veelheid aan beleidsterreinen die onderling verweven zijn en niet zelden met elkaar botsen. Denk bijvoorbeeld aan het zekerstellen van sociaaleconomische doelen en belangen, het onderhouden van internationale verhoudingen en relaties met bondgenoten, het beschermen en bevorderen van individuele vrijheden en het welzijn van burgers en het zekerstellen van de interne en externe veiligheid van zijn land. Vanwege deze samenhang, complexiteit, en delicate tegenstellingen mag van een president verwacht worden dat hij hier op een verantwoordelijke manier mee omgaat.
Bij Trump is dat niet het geval, wat doet vermoeden hij zijn rol als president dienstbaar en ondergeschikt heeft gemaakt aan zichzelf, zijn eigen merk. Alles draait om hem, zijn ego. Slecht nieuws: het is de schuld van anderen (Obama, Biden, woke mensen, etc.). Goed nieuws (volgens Trump dan): Trump, Trump … Trump! De vervulling van het ambt is daarmee niet een dienst aan het Amerikaanse volk, maar een middel zich juridisch, economisch en psychisch staande te houden en te verheffen. Voor een persoon die het meest invloedrijke en machtigste ambt ter wereld vervult, is dit een extreem gevaarlijk en onverantwoord uitgangspunt. Actie roept tegenreactie op, een natuurwet die ook in de politiek geldt. Roekeloos provoceren zoals Trump graag en vaak doet, zet de deur open naar onverwachte en onbeheersbare tegenreacties.
Juist om deze reden zijn de institutionele vangrails zo belangrijk. Zij beschermen de natie tegen excessen, misstappen en almacht van en binnen het systeem. Het voert te ver om te verkondigen dat tot Trump het Amerikaanse systeem onfeilbaar is geweest voor dwalingen. Dat is simpelweg niet zo. Maar nu lijken we in een stadium te zijn gekomen, waarin de president zowel bondgenoten als politieke tegenstanders onverbloemd bedreigt en regeert met extreme decreten. Hij benoemt mensen op posities met vergaande bevoegdheden zonder enige vorm van legitimatie, controle of verantwoording.
De Republikeinse meerderheid in het Congres bestaat voor een ongezond groot deel uit onvoorwaardelijk loyale Trump-supporters. Zij hebben hun verkiezing aan hem te danken en denken dus wel twee keer na om hem tegen te spreken, hem een strobreed in de weg te leggen, laat staan hem te verloochenen. Daarmee is hun eigen inzicht en geweten als het erop aankomt, ondergeschikt geraakt aan de wil van de president. Wanneer dat het geval is, dan is dat niet alleen een schending van hun ambtseed, maar faalt de vangrail!
Daarbij is het ook nog eens volstrekt onduidelijk of de meerderheid van de rechters in het Hooggerechtshof de belangen dienen van hun Republikeinse sponsoren, of die van de grondwet en het Amerikaanse volk. Benoemingen zijn politiek, maar de rechters moeten zich bij hun beslissingen richten op de grondwet. Het feit dat een aantal rechters weigert zich te houden aan de eigen regels van het Hooggerechtshof om zich te onthouden van stemmen bij belangenverstrengeling, helpt niet dit vermoeden weg te nemen. Als ook deze vangrail wegvalt, raakt de democratie van de weg. Instituties bestaan bij de gratie van en zijn zo sterk als de onafhankelijkheid en onkreukbaarheid van degenen die daarin zitting nemen. Dat lijkt nu niet meer het geval te zijn met alle mogelijke risico’s van dien.
Om het allemaal nog erger te maken heeft het Hooggerechtshof in zijn uitspraak in Trump v. United States op 1 juli 2024 de president virtueel boven de wet geplaatst, door hem het vermoeden van immuniteit te geven voor alle daden verricht in de uitvoering van zijn (grond)wettelijke taken. Dat geeft Trump welhaast goddelijke status en dat is volkomen in strijd met hetgeen de opstellers van de Grondwet in 1787 beoogden met de scheiding der machten.
Alleen de Amerikanen zelf kunnen het tij keren en vooralsnog lijkt dat geen eenvoudige zaak. Daar waar de Republikeinen steunen op een relatief homogene groep kiezers, namelijk witte christelijke mensen uit de middenklasse met een modaal inkomen en zonder hogere opleiding, is de achterban van de democraten veel diverser. De Trump-kiezer is daardoor ook veel eenvoudiger te bereiken met eenvoudige (zorgvuldig gerichte) boodschappen met soms toch wat dubieuze inhoud. De Democraten hebben het wat dat betreft moeilijker. Hun achterban is etnisch en wat geloofsbeleving betreft veel gevarieerder van samenstelling en door hun gemiddeld hogere opleiding ook kritischer op de inhoud. Dit legt een extra last op de campagne, en maakt het moeilijker de potentieel Democratische kiezer te bereiken zonder te struikelen over specifieke gevoeligheden tussen verschillende doelgroepen. Wat geldt voor het bereiken van de doelgroep, geldt uiteraard ook voor het (uit te voeren) beleid. Hoe gevarieerder je achterban, hoe lastiger het is met de beperkte middelen die je als politicus nu eenmaal hebt, iedereen even goed te bedienen.
De Democraten hebben nu een jaar om hun zaken op orde te krijgen. Er moet een verbindend gezicht en geluid komen die de anti-Trump-campagne moet gaan leiden en Democraten hoop biedt. Vanaf 1 januari 2026 schiet de Amerikaanse politiek weer in de verkiezingsstress om in november van dat jaar 35 vrijkomende Senaatszetels te verdelen en (zoals elke twee jaar het geval is) een geheel nieuw huis van Afgevaardigden te kiezen. Alleen door meerderheden in beide huizen van het Amerikaanse Congres te verkrijgen, kunnen de Democraten de vangrail weer enigszins dichten en tegenmacht ontwikkelen. Het zal duidelijk zijn dat dit niet gaat meevallen. Lukt het ze wel, dan nog zal de schade groot zijn en de impact van Trump’s presidentschap desastreus. Het zal daarom geen dankbare taak worden om ongeschonden uit de as te verrijzen en in 2028, bij de presidentsverkiezingen een (geloof)waardig alternatief neer te zetten. Hoe ondankbaar ook, het is de enige hoop voor de Amerikanen en de internationale gemeenschap!