Foto: Jeff J Mitchell/Getty Images
De Britten zijn de Brexit ingerommeld met de slogan ‘Taking back control’. Niemand wist wat dat precies inhield en wat nodig zou zijn om deze soevereiniteit te bewerkstelligen. Moest het een harde of een zachte Brexit worden (niemand die ooit van die begrippen had gehoord), hoe om te gaan met de Ierse kwestie, hoe afhankelijk zijn de Britten van de EU en wat zijn de gevolgen als je alle banden doorsnijdt? Het is allemaal gaandeweg uitgevonden, wat weer een indicatie is voor het volkomen ontbreken van enig plan dat als leidraad dienen kon voor de route naar ‘zelfstandigheid’.
Het hele Brexit-verhaal was holle retoriek zonder enig besef wat de gevolgen ervan zouden zijn. Iedere CEO van een multinational van enige omvang, zou inmiddels door zijn aandeelhouders en/of Raad van Commissarissen naar huis zijn gestuurd. Zo niet Boris Johnson, de CEO van het Verenigd Koninkrijk. Zes jaar na het referendum leek het erop dat er nu eindelijk een plan zou liggen om met opgeheven hoofd en volle kracht de toekomst in te gaan. Met veel tamtam werd lang van tevoren aangekondigd dat Johnson tijdens het partijcongres van de Conservative Party zijn visie voor de toekomst zou presenteren. Zijn speech is een grote lofzang op de Britten en waartoe zij – eindelijk los van de EU en onder zijn leiderschap – toe in staat zijn. Het lijkt er sterk op dat Johnson verkeert in een parallel universum en met bombastische retoriek een schrijnende ideeënarmoede verbergt (is ‘levelling up’ een strategie?). Hij schetst een beeld alsof het Labour was die de economie ten gronde heeft gericht, terwijl deze partij al elf jaar niet meer aan de macht is geweest. Hij staat zichzelf voor op sterk verbeterde relaties en verdragen met andere landen (met uitzondering van zijn grootste handelspartner de EU, die hij consequent afserveert), die weinig verschillen van hetgeen onder de EU ook al bereikt was. Als het in z’n onsamenhangendheid niet zo schokkend was, dan is het allemaal best komisch (lees de speech hier zelf).
Johnson spreekt over een van de grootste successen van Brits vernuft, “the magic potion invented in Oxford University and bottled in Wales” (ofwel het AstraZeneca (AZ)-vaccin), dat 120.000 levens in het VK zou hebben gered. De harde cijfers laten helaas een ander, veel soberder beeld zien.
Het is zonder meer waar dat het AZ-vaccin snel zijn weg gevonden heeft naar de Britse markt. Door handig opereren van de Britse overheid was een zekere mate van exclusiviteit gegarandeerd en kon het MHRA al op 30 december 2020 melden dat het vaccin veilig toegelaten kon worden tot de Britse markt. Buiten het VK verliep de toegangsverlening echter aanmerkelijk moeizamer (EU en VS) vanwege serieuze twijfel over de validiteit en representativiteit van de onderliggende testen. Al snel bleek ook de werkzaamheid van het vaccin minder dan die van andere producenten en waren er complicerende bijwerkingen. Het vertrouwen van het publiek in het AZ-vaccin in het bijzonder, maar erger nog, dat van COVID-19 vaccins in het algemeen, is door het snelle acteren van de Britse overheid (lees: haar drang om via snelle toelating van het AZ-vaccin nationaal en internationaal te scoren) niet alleen in het VK, maar ook wereldwijd stevig ondermijnd. Het is zelfs niet uit te sluiten dat een deel van de te breed gevoelde vaccinatieangst hierop is terug te voeren.
Op alle relevante scoreborden loopt het VK inmiddels achter op Nederland, maar ook op de eurozone als geheel. Het aantal besmettingen is mogelijk geflatteerd door het feit dat in sommige landen de PCR-tests makkelijk en gratis toegankelijk waren (Nederland) en in vele andere landen minder (waaronder het VK); de overige cijfers kennen een dergelijke vertekening niet. Gecorrigeerd naar bevolkingsomvang kent het VK een bijna twee keer hoger aantal COVID-19 doden dan Nederland en meer dan een kwart meer dan de eurozone als geheel. Het tempo van vaccinatie lag in eerste instantie weliswaar aanmerkelijk hoger dan in de rest van de eurozone, eind oktober was deze achterstand geheel weggewerkt.
Als het door Johnson geëtaleerde Britse vernuft in de vaccinatierace een uithangbord is van het succes van de Brexit (“Kapitalisme dat werkt zonder EU-bemoeienis”, lees zijn speech er maar op na), dan wil je niet weten wat ons nog te wachten staat (het doel heiligt kennelijk de middelen).
Inmiddels lijkt ook het morele verval te zijn ingezet en wordt Johnson verweten langgekoesterde democratische waarden te ondermijnen. Aanleiding was een onderzoek naar lobbyactiviteiten voor een commercieel bedrijf door een conservatieve MP (beloning £100.000/jr. voor 16 uur werk per maand!) die actief intervenieerde bij de toewijzing van een contract bij een overheidsorgaan. Het resultaat was de toewijzing van het contract met een waarde van £133 miljoen. Op grond van het onderzoek, geldende regels en eerdere precedenten werd aanbevolen de betreffende MP voor 30 dagen te schorsen. In het daaropvolgende debat in het Lagerhuis werden vervolgens alle conservatieve MP’s in het Lagerhuis namens Johnson opgedragen voor een motie te stemmen die een schorsing volgens geldende parlementaire procedures saboteerde. De lobbyende MP heeft inmiddels de eer aan zichzelf gehouden en zijn ontslag ingediend. Alle aandacht gaat nu uit naar Boris Johnson die het middelpunt is geworden van een vlammende strijd over zijn ethische integriteit.
Het is ronduit verbijsterend dat in een parlement waarin Johnsons partij 365 van de beschikbare 650 zetels bezet, niet bij machte is een sluitende en aansprekende visie te ontwikkelen voor het door Brexiteers zo gewenste post-Brexit tijdperk. Voor een belangrijk deel komt dit omdat deze visie altijd al heeft ontbroken en men verstrikt is geraakt in de eigen leugens, onjuistheden en simplificaties. Van de door Johnson gegeven persoonlijke garanties bij het Conservative Manifesto 2019 voorafgaande aan de verkiezingen van bijna 2 jaar geleden, is feitelijk nog weinig terechtgekomen. De belofte om de Brexit per januari 2020 te effectueren is weliswaar aan de Britse kiezer gestand gedaan, maar aan de afspraken in de met de EU gesloten overeenkomst wordt inmiddels zwaar getornd. De beloofde banen zijn er niet gekomen, de begroting voorziet inmiddels in verhoogde belastingen die er niet zouden komen en door het gebrek aan die vermaledijde immigranten – de grote drijfveer achter de Brexit – lopen het transport, de horeca en de detailhandel tegen niet voorziene grenzen op. Kortom holle retoriek en gedachtenarmoede leiden tot chaos!
Brexit-monitor tweede kwartaal 2021
De monitor dient om inzicht te krijgen en te houden in de gevolgen van de Britse uittreding uit de EU, zowel voor de Britten zelf als voor de EU en Nederland. Hiervoor heb ik zes parameters geselecteerd uit de reële economie en een tweetal die indicatief zijn voor het vertrouwen daarin (zie mijn eerste Brexit-monitor voor een toelichting en een nadere uitleg hiervan).
Dit alles geeft het volgende beeld. De gevolgen van de COVID-19 voor de betrokken economieën zijn onmiskenbaar. Toch lijkt de weg naar boven hervonden. Bij de Nederlandse economie is dat zeer nadrukkelijk het geval (presteert op een hoger dan pre-COVID-19 niveau), voor de EU als geheel en het VK is dat wat aarzelender. Interessant, maar weinig verrassend, is dat dit beeld bij de vertrouwensindexen (CI) bijna omgekeerd evenredig is. Het vertrouwen gaat (al dan niet terecht) vaak voor de feitelijke marktontwikkeling uit, maar kennelijk is het vertrouwen van de Britten in hun economie erg groot. Nederlanders daarentegen, lijken wat terughoudender op dat vlak.
Dit is het tweede kwartaal dat het VK, post-Brexit, op eigen benen staat en zich niet meer kan verschuilen achter de afhankelijkheid van en bemoeizucht uit Brussel. Een halfjaar is uiteraard volstrekt ontoereikend om conclusies op te baseren, zeker zo kort na het uitbreken van COVID-19. Feit is echter dat het VK inmiddels wel erg achterblijft bij Nederland en in mindere mate bij de eurozone, in haar prestaties.
Veranderingen ten opzichte van het eerste kwartaal 2021 en een jaar terug
Reflecterend op de gang van zaken in het tweede kwartaal 2021 kan geconstateerd worden dat sprake is van een uitbouw van prestaties ten opzichte van het eerste kwartaal 2021. Economisch blijft het VK achter bij de eurozone en Nederland. Er is over het geheel sprake van groei maar het gehoopte post-Brexit-succes blijft vooralsnog uit.
Met name de export lijkt voor het VK een probleem. De noodzakelijke aanpassing aan het nieuwe stelsel van douaneformaliteiten en daarbij behorende logistieke problemen blijven opbreken. Ondanks het tekort aan gekwalificeerde chauffeurs, horeca- en detailhandelspersoneel, ziet de ontwikkeling van het GDP/capita er dit kwartaal voor het VK goed uit. De Britse huizenprijzen staan het laatste kwartaal daarentegen wederom onder druk. Over een jaar genomen is opvallend dat de Britse arbeidsparticipatie terugloopt, daar waar deze in Nederland en in de eurozone duidelijk in de lift zit. Wat ook opvalt is dat de staatsschuld in het VK inmiddels substantieel hoger is dan het niveau in het tweede kwartaal 2020. Ook hier geldt dat de eurozone en Nederland de zaken wat dat betreft veel beter voor elkaar hebben. Het meest gevoelige Brexit-cijfer is zonder enige twijfel de export. Over een jaar genomen is deze in het VK met meer dan 10%-punten afgenomen. Afgezet tegen de groei van de export in de eurozone en Nederland is zelfs sprake van een achteruitgang versus Nederland met bijna 17%.
Bovenstaand overzicht laat de relatieve waarden zien, met het vierde kwartaal 2019 als ijkpunt (index = 100). In onderstaande tabel zijn de absolute waarden opgenomen voor het tweede kwartaal 2021 waardoor een beter inzicht mogelijk is in de orde van grootte waarin de uitkomsten zich bewegen. Het meest in het oog springende detail hierin is, dat de Nederlandse export zo dominant is ten opzichte van de Britse en dat door de diverse nationale coronasteunpakketten de begrotingstekorten in alle economieën stijgen en de staatsschuld oploopt (hoewel die in Nederland relatief in toom lijkt te worden gehouden).
Ik kijk ook altijd specifiek naar de ontwikkeling van de huizenprijzen in Londen, het kloppend hart van de Britse economie. Vergeleken met een jaar hiervoor zijn daar de huizenprijzen, ondanks COVID-19 met gemiddeld 6,3% gestegen, wat wel aanmerkelijk lager is dan de stijging in het VK als totaal (gemiddelde koopwoning koste daar ₤265.668, tegen een gemiddelde koopprijs van een huis in Nederland van €410.000). In de duurste wijk van London, Kensington & Chelsea, stegen de prijzen licht met 0,7% (gemiddelde verkoopprijs ₤1.332.496). De grootste stijging vond plaats in Harrow met 16,7% (₤522.143), terwijl in de City of London (bij een wel heel laag volume) de prijzen met 13,2% daalden (gemiddelde huizenprijs was daar ₤756.164).
Ontwikkeling van de export van en naar het Verenigd Koninkrijk met Nederland en de EU
Naast de Brexit-monitor als zodanig volg ik afzonderlijk de ontwikkeling van de export tussen Nederland, het Verenigd Koninkrijk en de eurozone. COVID-19 blijkt een enorm effect te hebben gehad op de cijfers. Het volume van de export is sinds het definitief uitstappen uit de EU door de Britten fors gedaald. De export van Nederland naar het VK liep weliswaar terug met 12%, maar die van het VK naar Nederland met meer dan 16 %. Eenzelfde beeld zie je in de handel tussen de eurozone en het VK. De export vanuit de eurozone naar het VK daalde met 8%, andersom was de daling 16,4%. Gerekend vanaf januari 2015 is het volume van de Nederlandse export naar het VK met 4% gedaald waar andersom (exporten van het VK naar Nederland) het volume gedurende die periode dramatisch ingezakt is (min 7,8%). De export van het VK naar de EU is ten opzichte van dat moment met 5% gedaald (bij een circa 10,7% lagere GBP); de EU echter heeft 3,4% minder naar het VK geëxporteerd over die periode.
Tot slot
Zolang het VK en met name Boris Johnson er niet in slagen om hun holle retoriek en gedachtenarmoede om te buigen naar scherpte, overredingskracht en visie, blijft het er somber uitzien voor de Britten. Johnson heeft zich nog niet laten zien als de staatsman die hij zelf ziet als hij voor de spiegel staat. Het is inmiddels tenenkrommend hem – vaak tamelijk onvoorbereid – al schutterend en improviserend voor de camera’s en achter de microfoon zijn verhaal te zien/horen doen. Internationaal wordt hij inmiddels niet meer serieus genomen; hoelang duurt het voor ook de Tories in de gaten krijgen dat hun bijna onvoorwaardelijke steun aan Johnson ze bij de volgende verkiezingen duur komt te staan. Volgens YouGov, de Britse opiniepeiler, vindt 57% van de Britten dat hij incompetent is, waaronder een toenemend aantal conservatieve kiezers (28%). De volgende verkiezingen voor het Lagerhuis zijn uiterlijk pas in mei 2024. Dat lijkt ver weg, maar voor een imagowissel is tijd nodig en dus volstaat het niet tot het laatst te wachten. Het wordt weer een interessante tijd voor de Britse bookmakers!