Foto: Mieke Meesen/NRC
Politieke ideeën, concepten en instituties zijn dynamisch van karakter en evolueren in de tijd. Gewijzigde omstandigheden en verhoudingen vragen om nieuwe inzichten, aanpassingsvermogen en andere oplossingen. De wereld wordt complexer en de interactie tussen spelers (sociaaleconomische systemen, politieke actoren, overheden, departementen, media, burgers, migranten, etc.) wordt ingewikkelder en moeilijker te doorgronden. Afhankelijkheden worden groter, verantwoordelijkheden diffuser en informatiestromen steeds onbetrouwbaarder.
Het verbaast niet dat het voor burgers steeds lastiger wordt of in ieder geval voelt, om de wereld om hen heen te begrijpen, daarop vat te krijgen en met vertrouwen hun acties te richten op voor hen gewenste uitkomsten. Zoals de verhoren van de parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag laten zien is dat niet alleen problematisch voor individuele burgers, maar ook voor de overheid zelf. De verhoren hebben duidelijk gemaakt dat in voorkomende gevallen de overheid het zicht, de coördinatie en sturing kwijt is op haar eigen functioneren. Wispelturigheid en selectieve verontwaardiging in de Tweede en Eerste Kamer maken het daarnaast niet makkelijker tot beleid te komen wat uitvoerbaar, effectief en rechtvaardig is. Dit ondermijnt het vertrouwen van de burger in het openbaar bestuur. Dit is niet nieuw, maar door de sociale media heeft de echoput van feitelijkheden, complottheorieën en misinformatie een steeds lastiger definieerbare galm gekregen. Onduidelijk is welk belang moet worden toegekend aan welk stukje informatie en hoe deze vervolgens moet worden geduid (realiteit, mening of fabel). Als vervolgens door algoritmen stukjes informatie naar zorgvuldig gekozen bubbels worden gefilterd, bestaat het risico dat iedere bubbel zijn eigen profeten creëert of aantrekt.
Entree Baudet
Of de bubbel op zoek was naar Baudet, of dat Baudet op zoek was naar een bubbel laat ik in het midden. Feit is dat Baudet, met zijn al langer bestaande gedachtegoed, in het najaar 2016 aankondigde zijn in 2015 opgerichte denktank Forum voor Democratie om te vormen tot een politieke partij. Net zo goed als de denktank het gedachtegoed van Baudet een juridische status gaf en invloed verschafte, was de politieke partij het vehikel waarmee hij voor zijn ideeën een politieke basis en de macht zocht. In grote lijnen zijn deze te herleiden tot de volgende twee stellingen:
Een democratische rechtsstaat kan alleen functioneren binnen de context van de natiestaat (en dus moet deelname aan supranationale organisaties (EU, NAVO, etc.) afgewezen worden);
‘Cultuurmarxisme‘ leidt tot vernietiging van de Europese beschaving. Dit cultuurmarxisme wordt geduid als een complottheorie waarbinnen verondersteld wordt dat het links-liberale establishment uit is op de ondermijning van de nationaal-culturele identiteit van een samenleving (met name als het gaat om identiteit (wie zijn wij), immigratie (wie willen we erbij hebben) en integratie (wij zijn de norm)).
Dit alles getuigt van een mijns inziens misplaatst rotsvast vertrouwen in de kracht van de eigen soevereiniteit en een vreemd soort verlangen naar een eenvormigheid dat geen feitelijke historische basis heeft in de Nederlandse samenleving. Het openstaan voor buitenlandse invloeden, en verbindingen leggen met en nieuwsgierig zijn naar de wereld om ons heen, is misschien zelfs wel een van de definiërende kenmerken van de Nederlandse volks- en ondernemingsaard. Vanaf het begin (en ongetwijfeld ook eerder) van zijn politieke loopbaan heeft Baudet uitspraken gedaan met een alt-right lading, om deze vervolgens toe te schrijven aan verdraaiingen en onjuiste interpretaties (‘linkse media’, ‘fake news’, etc.), telkens als hij erop aangesproken werd.
Baudets overwinningstoespraak na de voor FvD zeer succesvol verlopen Provinciale Statenverkiezingen begin 2019, ademt een verlangen uit naar – gelukkig – lang vervlogen tijden. Een tijd waarin universiteiten nog niet de geesten van onbedorven jongelingen prikkelden (heeft die tijd ooit bestaan?); journalisten braaf opschreven wat de elite hun aanreikte, subsidies nog uitgevonden moesten worden, architecten louter classicistische gebouwen ontworpen en bestuurders zich vooral bezighielden met de verdediging van de Nederlandse handelsbelangen en landsgrenzen en met het vullen van hun eigen zakken. Vroeger was alles beter!?
Het is niet lastig in dit ideeëngoed parallellen te herkennen met dat van Trump, Orbán, de Poolse PiS (Recht en Rechtvaardigheid) en Boris Johnson. Het gedachtegoed van Baudet is nieuw noch origineel. Het is bovendien niet meer dat een politieke hallucinatie, een platform voor zelfpromotie, zoals bij veel populisten het geval is. Het terugvallen op een vermeend roemruchtig verleden, dat door de bestaande generatie politici zou zijn verkwanseld, is vooral een opzichtige poging naar politieke aandacht, relevantie en macht. De trieste realiteit is dat als een dergelijk verleden al zou hebben bestaan, het destijds voor het grootste deel van de bevolking onbereikbaar is geweest. Gegeven de vaak isolationistische koers van de huidige generatie populistische leiders, is het onwaarschijnlijk dat hun volgelingen nu wel een betere toekomst tegemoet kunnen zien.
Om zijn excentrieke status op te krikken en waarschijnlijk ook om zijn tegenstanders te provoceren, heeft Baudet zichzelf gelabeld als “de belangrijkste intellectueel van Nederland”. Het kennen van zijn klassieken en het debiteren van tegendraadse standpunten maken van hem echter nog geen intellectueel. Een classicus die met zijn rijke kennis terugvalt op politiek versleten retoriek en reeds bestaande inzichten, is in het beste geval een goochelaar met het filosofische discours, maar schiet mijns inziens intellectueel tekort. Baudets creatieve omgang met taal en excentrieke verwijzingen naar de filosofische klassieken biedt sommigen hoop, maar het schept geen toekomst. Desalniettemin vindt zijn benadering vooral bij kiezers met een nostalgisch-nationalistisch-conservatieve inborst veel weerklank. Midden 2019 bereikte Baudet en zijn partij het hoogtepunt van de kiezersgunst. De partij kon toen virtueel aanspraak maken op 23 zetels in de Tweede Kamer (15,3%, volgens Peilingwijzer).
Naarmate partijen (feitelijk dan wel virtueel, in de peilingen) groeien, zijn er meer mensen nodig om met kandidaat-volksvertegenwoordigers plekken te vullen in de verschillende politieke gremia. Dit vergt organisatie en politieke ervaring. Hoe je zaken organiseert en wie je partij vertegenwoordigen doet er in de politiek echt toe. Verwacht wordt dat deze kandidaten retorisch sterk zijn, voeling hebben met de samenleving en voldoende politiek engagement hebben om het geluid van de partij uit te dragen en te versterken. De LPF zonder boegbeeld Pim Fortuyn ontsteeg nauwelijks het niveau van amateurtheater.
Engagement zonder inhoudelijke kwaliteit, eigen inbreng of mening is dodelijk voor het overleven van een jonge partij. Het omgekeerde is ook waar. Geëngageerde medestanders met kwaliteit, eigen inbreng of mening zijn een test voor het karakter van de persoon en de leiderschapskwaliteiten van de voorman. Zo bezien leidde het succes bij de Provinciale Statenverkiezingen tevens het einde van FvD in. Naarmate men erin slaagde meer posities te vullen met capabele medestanders, werd er een steeds grotere wissel getrokken op het narcistische ego van Baudet. ‘Zijn’ ideologie kreeg steeds meer eigenaren en daarmee nieuwe en afwijkende invullingen en interpretaties. Niet alleen inhoudelijk, maar ook wat betreft strategie en uitvoering. Dit ging steeds meer schuren en vond zijn apotheose op de avond waarop de top-10 kandidaat-Kamerleden door Baudet voor een partijdiner uitgenodigd werden voor een informele kennismaking. Ontsteld stelden de genodigden die avond vast dat de grote leider geradicaliseerd was en complottheorieën is gaan aanhangen. Gegeven het feit dat ze in strijd met alle Corona-regels met tenminste elf man samen waren en daarmee allen geheel handelden in de geest van COVID-19-ontkenner en complotdenker Willem Engel (Viruswaarheid), geeft dit wel te denken. Hoe dan ook, kennelijk werd toen pas echt duidelijk dat de persoon Baudet het samen optrekken om gedeelde politieke idealen te verwezenlijken in de weg stond.
De vraag komt op of Baudets politieke aspiratie in de kern een oprechte poging was een beweging op gang te brengen die gericht was op het vernieuwen van de democratie in Nederland of dat er (bewust of onbewust) sprake was van een sociaal experiment om de nieuwsgierigheid van het naar aandacht hunkerende ego van Thierry Baudet een platform te geven. Met andere woorden: komt dit alles primair voort uit landsbelang of narcisme? Het eerste vergt een dienende rol, het tweede verdraagt geen concurrentie.
Dit zijn twee elkaar uitsluitende houdingen. Beide vergen een sterk ego; in de politiek red je het niet zonder. Het sterke ego kan zich uiten in dienstbaarheid, maar ook in zelfzucht. De keuze voor het vanuit je politieke overtuiging oprecht dienen van het landsbelang of het koesteren van je narcistische behoeften zijn twee wezenlijk verschillende zaken. In het geval Baudet houd ik het op het laatste. Ik twijfel over de mate waarin hij zich hier zelf van bewust was/is. Iets wat manifest is voor de buitenwereld, hoeft niet duidelijk te zijn voor de betreffende persoon. Durven wij al onze diepste drijfveren te (ver)kennen?
De echte toets is of ‘het idee’ autonoom, zonder mitsen en maren, overeind blijft in de schaduw van het ego van de bedenker daarvan. Als ‘het idee’ een platform is voor zelfpromotie, dat wil zeggen als de persoon zich belangrijker maakt dan en/of zichzelf stelt boven het idee wat hij vertegenwoordigt, dan moeten de alarmbellen gaan rinkelen. Ook voor media is dit een interessante lakmoesproef. Bescheidenheid of een dienend karakter zijn slecht te veinzen voor narcisten. Een goede journalist prikt daar doorheen. Mijn advies is, stop met aandacht geven zodra duidelijk is uit welk hout de politicus gesneden is. Helaas zijn de media naast nuttig, vaak ook opportunistisch en bij gelegenheid dus medeplichtig aan het voeden van het narcisme van hun onderzoeksobjecten en/of gasten. Aan dat voeden heeft de VS Trump te danken, en het VK Brexit, om maar twee voorbeelden te noemen. Een pittige prijs en een grote verantwoordelijkheid. Het Nederlandse politieke landschap is gelukkig meer diffuus dan dat in de VS en het VK en de schade van het mediale opportunisme rond FvD valt vooralsnog mee. De over zichzelf afgeroepen boreale meltdown van het FvD komt geheel op conto van het narcisme van Baudet zelf. Zijn boreale droomwereld was uiteindelijk niet opgewassen tegen de vernietigende kracht van zijn doorgeschoten ego. Liever de droom uiteen laten spatten, dan anderen daarin een inhoudelijke rol, stem of verantwoordelijkheid geven. Narcisme, ideologie en politiek gaan slecht samen!