Als de Brexit een Netflix-serie was, dan zitten we nu in het (verlengde) negende seizoen. Het is een politieke komedie-, horror- en dramaserie ineen. Gemanipuleerd door slimme marketeers en vergiftigd door nepnieuws heeft de kiezer gesproken en wordt het nu door de door de politiek aan zijn woord gehouden. De kiezers hebben het mogelijk gemaakt, maar spelen verder in het scenario geen enkele rol meer en laten ook betrekkelijk weinig van zich horen. Ze zijn verworden van acteur tot toeschouwer in deze soap. Een overzicht van de seizoenen tot nu toe:
Seizoenen tot nu toe (aantal afleveringen varieert per seizoen):
Anticlimax
Al dit drama heeft letterlijk nog niets concreets opgeleverd, behalve dan dat de Britten tot op het bot verdeeld zijn en tegelijkertijd inmiddels lijden aan chronische lethargie. Een dag zonder Brexit-nieuws wordt gevierd:
Fragment uit Politico London Playbook by Jack Blanchard, 17 april 2019
Gedurende de (parlementaire) paasvakantie was London, mede dankzij het fantastische weer, ouderwets zichzelf …. ware het niet dat de Extinction Rebellion (XR) handig gebruik maakte van de windstilte rond Brexit. Deze houdt de politieke gemoederen de laatste maanden en jaren zo bezig, dat in de schaduw daarvan weinig andere zaken aandacht krijgen. Dat begon bij de milieubeweging pijnlijk te jeuken, waarna London voor een hele week vreedzaam ‘plat’ gelegd werd.
Rechtervleugel Conservatieve partij
De rechts-conservatieve Brexiteers, verenigd in de European Research Group (ERG) hebben, zo lijkt het, hun hand overspeeld en zijn er niet in geslaagd een no-deal Brexit te forceren. Hun verzet tegen de ‘backstop’ heeft ze geïsoleerd van de rest van het parlement en de meerderheid binnen hun eigen partij. Zij hebben geen genoegen willen nemen met het feit dat de woorden van de overeenkomst een backstop in theorie weliswaar mogelijk maakt, maar dat de intenties en verklaringen van de EU dienaangaande, de kans daarop minimaliseren. Een typisch Engelse ‘form over substance’-reactie die ten grondslag ligt aan vele misverstanden rond de EU vanuit het Verenigd Koninkrijk.
Lange tijd werd er door de hardcore-Brexiteers op gerekend dat de EU onder tijdsdruk van de artikel 50-deadline van twee jaar, haar backstop-eis wel zou laten vallen. Dit blijkt inmiddels (althans vooralsnog) een misrekening. Ze hadden er niet op gerekend dat Brussel bereid zou zijn mee te gaan in de parlementaire wens de artikel 50-uittredingstermijn van twee jaar op te rekken. De intense Britse verdeeldheid en onenigheid op bijna alle andere opties ten spijt, is het Britse parlement inmiddels zeer beslist in haar wens de EU niet te willen verlaten zonder een overeenkomst die ook de rust rond de Iers-Britse grens veiligstelt. Hiermee lijken de kansen voor de ERG om het Verenigd Koninkrijk geheel van de EU los te maken zo goed als verkeken.
Ook is een tweede poging van de ERG mislukt om meer greep op de macht te krijgen door Theresa May af te zetten. De eerste poging daartoe was afgelopen december al mislukt. De regels binnen de Conservatieve partij verhinderen een volgende poging daartoe binnen een periode van een jaar. Dit vond de ERG te lang duren en drong aan, in het licht van May’s optreden rond het Brexit-dossier, op een herziening van de interne partijregels waardoor de positie van de partijleider al na zes maanden (in juni) ter discussie kon worden gesteld. De publiekslieveling, ras-opportunist en daardoor stuurbare Boris Johnson zou voor de ERG de gedroomde opvolger zijn (binnen de rest van de Conservatieve partij is zijn status echter omstreden). Het 1922 Committee, het daartoe bevoegde orgaan binnen de Conservatieve partij, wees deze verandering van de regels echter af en blokkeert daarmee een voortijdige wisseling van de macht.
Compromissen en concessies
Dit betekent echter niet dat May tot eind december zeker is van haar plek. De bedreigingen zijn divers en er is weinig terughoudendheid bij de politiek en in de media om Theresa May de totale schuld in de schoenen te schuiven voor de situatie waarin het land is komen te verkeren. Zij treft absoluut veel blaam, maar de verdeeldheid binnen en buiten haar eigen partij waren en zijn niet bepaald gunstig voor het voeren van constructief overleg. Geen enkele van de grote fracties binnen het parlement had en heeft een duidelijk en unaniem standpunt in deze kwestie. Het eigen belang en/of dat van de fractie binnen de partij waartoe men behoort was en is stelselmatig geplaatst boven het nationale belang en dat van de burger. Voor geen van de in het parlement in stemming gebrachte opties bestond tot nu toe een meerderheid.
Binnen dit klimaat is het heel lastig zaken doen, terwijl het toch echt de enige weg uit het Brexit-doolhof is. Compromissen sluiten en concessies doen liggen niet besloten in het DNA van het Britse tweepartijensysteem. Ieder compromis rond het goedkeuren van May’s Brexit-overeenkomst met de EU, zal daarom een fors politiek prijskaartje dragen. Tegelijkertijd staat May’s politieke erfenis op het spel: ‘haar’ Brexit-deal moet slagen! De bal ligt duidelijk bij May. Dit neemt niet weg dat ook het eveneens verdeelde Labour belang bij een goede uitkomst heeft. Als het enigszins mogelijk is zullen zowel de Conservatieven als Labour de Europese verkiezingen van 22 mei willen ontlopen. De laatste peilingen voorspellen voor de Conservatieven een zwaar verlies, maar ook Labour staat onder druk vooral omdat veel kiezers geen flauw idee hebben waar deze partij voor staat in het Brexit-debat. De pro-Brexit-partijen (Brexit Party en UKIP) staan juist op grote winst. Dit is een duidelijk signaal aan de gevestigde partijen om er voordien uit te komen. Het is voor hen dus zaak voor de datum van de Europese verkiezingen tot overeenstemming te komen over de Brexit.
Vooruitblik
De laatste maanden hebben uitgewezen dat het onmogelijk is enige voorspelling te doen over het verloop, laat staan de afloop van deze fase van de Brexit-soap. Dit geconstateerd hebbende, zet ik mijn kaarten desondanks op een compromis tussen gematigder Conservatieven en Labour om een douane-unie met de EU tot stand te brengen, voordat de verkiezingen voor het Europees Parlement plaatsvinden. Welke exacte vorm de douane-unie zal krijgen en in hoeverre dit noopt tot een vergaande aanpassing van de politieke verklaring over de toekomstige verhouding tussen het Verenigd Koninkrijk en de EU en welke concessies daarvoor moeten worden gedaan, valt gewoonweg niet in te schatten.
Het staat zo goed als vast dat May’s politieke rol na deze fase van de Brexit uitgespeeld zal zijn. De Conservatieve partij is, na het uittreden van verschillende van haar MP’s in de laatste maanden, haar meerderheid (met ‘gedoogsteun’ van de DUP) kwijt. Dit maakt het mijns inziens onmogelijk het land te besturen en het uitschrijven van nieuwe verkiezingen onvermijdelijk. Hoe dit gaat uitpakken voor de grote partijen is niet te voorspellen, maar de conservatieven noch Labour zullen bij voorbaat gerust zijn op de uitkomst. Zekerheid dat een van deze partijen een meerderheid in het parlement krijgt is gegeven de staat van de Britse politiek niet te geven. Hierbij speelt ook een rol dat de Britten helemaal klaar zijn met de wijze waarop de politiek functioneert. De roep om hervormingen van het politieke bestel kan dan ook niet uitblijven. De onrust rond sociale kwesties, klimaatinspanningen en inkomensongelijkheid komen daar nog eens bovenop. Deze explosieve cocktail biedt weinig hoop voor een soepeler verloop van de volgende fase van Brexit (Seizoen 10, om in Netflix-termen te blijven). Ik blijf het volgen.
Brexit-Monitor: 4de kwartaal 2018
De door mij samengestelde Brexit-monitor volgt het economisch wel en wee van Groot-Brittannië, Nederland en de EU op een aantal, voor de impact van de gevolgen van de Brexit, relevante parameters (zie mijn eerste Brexit-monitor voor een toelichting en een nadere uitleg hiervan).
Het jaar 2018 is in alle drie door mij onderzochte landen in mineur afgesloten, hoewel de daling van de respectievelijke resultaten in de overall-index, betrekkelijk gering waren. Het Verenigd Koninkrijk moest het meeste inleveren (min 0,4 punt) en de EU het minst (min 0,2 punt). Over een jaar genomen heeft het Verenigd Koninkrijk het best gepresteerd (plus 1,8 punt), gevolgd door Nederland (plus 1,2 punt) en de EU (plus 0,9 punt). Men moet wel bedenken dat de monitor achterloopt bij de realiteit vanwege het pas laat beschikbaar zijn van alle relevante data. Toch mag deze Britse groei opmerkelijk genoemd worden.
Veranderingen ten opzichte van vorig kwartaal en een jaar terug
De Britse economie heeft de winst van het vorige kwartaal niet weten vast te houden en presteert ten opzichte van een kwartaal geleden slechter dan Nederland en de EU. Een terugloop in het consumentenvertrouwen, het economische sentiment en de huizenprijzen zijn hiervoor verantwoordelijk. Het inkomen in de financiële sector, het bpb/capita en de export als gevolg van de lagere koers van het GBP, geven juist weer positieve impulsen.
Afnemend consumentenvertrouwen en een dalend economisch sentiment spelen ook Nederland en de EU parten. Dit is indicatief voor een afnemend vertrouwen in de groei van de economie in Europa. Ondanks het feit dat Nederland het begrotingstekort in de hand heeft, is het overschot afgenomen. Kennelijk wordt het ruime overschot op de rijksbegroting geïnvesteerd in noodzakelijke en achterstallige voorzieningen en is de hand (enigszins) van de knip. De huizenprijzen in Nederland blijven in het vierde kwartaal bovengemiddeld stijgen.
Over een periode van een jaar genomen heeft het Verenigd Koninkrijk de koppositie van Nederland overgenomen. Dit is aan Nederlandse zijde vooral toe te schrijven aan de relatief grote terugval in het consumentenvertrouwen, het teruglopen van het inkomen in de financiële sector en het terugpompen van het financieringsoverschot in de economie. De stijging van de Nederlandse huizenprijzen zorgt ervoor dat de index over een jaar genomen nog net positief blijft. Het Verenigd Koninkrijk dankt de koppositie aan de stijging van de export en de niet aflatende groei van de inkomens in de financiële sector. Ik verwacht dat zodra de Brexit een feit is, vooral deze laatste component onder druk zal komen te staan.
In het economische en welvarende hart van het Verenigd Koninkrijk zijn de huizenprijzen in de periode tussen januari 2018 en december 2018 inmiddels over het geheel genomen wel redelijk stabiel, maar zijn er plaatselijk toch behoorlijke verschillen (met tussen haakjes de cijfers over de periode januari - december 2017): City of London +2,2% (-4,4%), Westminster -10,1% (-2,4%) en Kensington and Chelsea +1,8% (-0,2%).
Bovenstaand overzicht laat de relatieve waarden zien, met het tweede kwartaal 2016 als ijkpunt (index = 100). In onderstaande tabel zijn de absolute waarden opgenomen voor het vierde kwartaal 2018, waardoor een beter inzicht mogelijk is in de orde van grootte waarin de uitkomsten zich bewegen.
Ontwikkeling van de export van en naar het Verenigd Koninkrijk met Nederland en de EU
Naast de Brexit-monitor als zodanig volg ik afzonderlijk de ontwikkeling van de export tussen Nederland, het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie. Gerekend vanaf juni 2016 is de omvang van de export in GBP van het Verenigd Koninkrijk naar de EU behoorlijk gestegen (plus 27%). Voor een belangrijk deel (15,3%) komt dit door de daling van de koers tussen het GBP en de euro. Interessant is dat sinds 2015 de export vanuit Nederland naar het Verenigd Koninkrijk met 13,2% is gegroeid en de export van Nederland naar de rest van de wereld zelfs met 21%. Van het negatieve ‘Brexit-effect’ waar Nederlandse exporteurs zo voor vrezen, lijkt vanuit de geaggregeerde cijfers (vooralsnog) geen sprake.
Tot slot
Chaos overheerst rond en in Westminster. Er is niemand die met zekerheid voorspellen kan hoe dit drama zich ontwikkelen zal. Moe van het Brexit-gedoe en murw geslagen door het disfunctioneren van de Britse politiek is de burger inmiddels niet meer zeker of de beslissing uit de EU te treden wel zo’n goed idee is geweest. Desondanks is er voor geen van de door de politiek voorgestane oplossingen (no-deal, Theresa’s deal, toch in de EU blijven of een andere deal) een meerderheid. Democratie blijft weerbarstig. De ironie wil dat de politiek waarschijnlijk uitkomt op een douane-unie en laat dat nu net het ‘fall back’-scenario zijn waar de hele backstop-discussie op los gegaan is.