Op 6 april zijn we door het GeenStijl initiatief rond de associatieovereenkomst met Oekraïne uitgenodigd hierover onze mening te geven. Met het oog daarop is het wellicht ook wel handig in grote lijnen een idee te hebben wat daar nu in staat. Van GeenStijl is tot nu toe helaas weinig inhoudelijke duiding gekomen, maar die heeft het waarschijnlijk te druk met haar strijd tegen het vermeend ondemocratische gehalte van de EU om zich hierover te bekommeren. Gelet op de implicaties van een en ander lijkt het mij belangrijk om in ieder geval te weten wat de bedoeling is van deze associatieovereenkomst en tevens een beeld te krijgen van de voor- en nadelen ervan*.

Voor ik hier induik is het goed om te weten dat de EU haar handelsbetrekkingen alsmede economische, veiligheids-, sociale, culturele, politieke en andere belangen met andere landen organiseert door een veelheid aan multilaterale verdragen en bilaterale overeenkomsten. Dit kan zijn als verdragsluitende partij binnen de VN, de OESO of een ander internationaal verband, maar ook zelfstandig is de EU zeer actief. Om een idee te krijgen over de breedte en diepte van dit netwerk aan verdragen en overeenkomsten, ben ik voor alle landen waarmee de EU een verdragsrelatie heeft (in totaal 175) nagegaan hoe intens die relatie nu is. Hierbij is het aantal multilaterale overeenkomsten waarbij zowel de EU als dat betreffende land betrokken is bepalend. 

Daarnaast zijn er nog eens een kleine 900 bilaterale verdragen. Deze raken een veelheid van zaken zoals handel, veiligheid, politiek, mensenrechten, standaarden, sociale verzekeringen etc.. Het is duidelijk wat het belang is van de EU voor haar lidstaten individueel en wat de kracht is van de collectiviteit van de Unie. Het is slecht voor te stellen dat iedere lidstaat zelfstandig een soortgelijk bereik en daarmee onderhandelingskracht en invloed zou kunnen bewerkstelligen. 

Het is ook evident dat dit alleen mogelijk is als er duidelijke afspraken zijn binnen de EU waarover onderhandeld kan worden en welke procedure daarbij gevolgd moet worden. Het is ondenkbaar dat alle 28 lidstaten telkens iedere overeenkomst afzonderlijk dienen te ratificeren. Je zou kunnen stellen dat dat ondemocratisch is, maar het zou in de meeste gevallen niets toevoegen, ineffectief en zeer tijdrovend zijn. Bovendien is bij elk van die besluiten het Europese Parlement betrokken. Naarmate een type besluit echter gevoeliger ligt, wordt de besluitvormingsprocedure langer, intensiever en zwaarder en worden er ook meer organen bij betrokken. Er gelden dan zwaardere eisen met een apart soort besluitvormingsprocedure. Associatieovereenkomsten zijn daar een voorbeeld van.

Wat zijn associatieovereenkomsten?

Associatieovereenkomsten zijn bindende afspraken die de EU met landen buiten de EU maakt. De overeenkomsten zijn met name gericht op economische samenwerking en handel, maar raken vaak aan veel andere onderwerpen, zoals bijvoorbeeld de versterking van de rechtstaat en bescherming van de mensenrechten. Er zijn verschillende soorten associatieovereenkomsten en ieder daarvan heeft een specifiek doel of bereik:

  • ACS-Overeenkomst (met minder ontwikkelde landen in Afrika ten zuiden van de Sahara, het Caraïbische gebied en de Stille Oceaan) welke ziet op het bestrijden van corruptie en het investeren in de kwaliteit van o.a. bestuur, onderwijs en zorg;
  • Euro-Mediterrane Associatieovereenkomst (met landen rond de Middellandse Zee) gericht op het verbeteren van de dialoog, liberalisering van het handelsverkeer en het scheppen van voorwaarden voor samenwerking op economisch, sociaal en cultureel gebied;
  • Europese Economische Ruimteovereenkomst (met IJsland, Liechtenstein en Noorwegen) beoogt een brede en diepe samenwerking, waarbij deze landen zonder deel te nemen aan de besluitvorming binnen de EU zelf, wel haar wetgeving overnemen;
  • Stabilisatie- en Associatieovereenkomsten (met de Balkanlanden) die tot doel hebben om betrokken landen voor te bereiden op toetreding tot de EU. Er wordt daarbij de nadruk gelegd op (regionale) economische betrekkingen, democratisering en de samenwerking op het gebied van justitie;
  • Andere associatieovereenkomsten, waaronder die met Oekraïne (zie hieronder).

De juridische basis en de spelregels voor het sluiten van dergelijke overeenkomsten ligt besloten in de artikelen 217 en 218 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

De associatieovereenkomst met Oekraïne

De overeenkomst met Oekraïne (en de gelijktijdig gesloten overeenkomsten met Georgië en Moldavië) is in een bijzondere associatieovereenkomst met een breder bereik dan andere soortgelijke overeenkomsten. Het doel is het verwezenlijken van een politieke associatie, gebaseerd op gedeelde waarden en economische integratie. Oekraïne moet op termijn uiteindelijk deel uit gaan maken van de interne markt van de EU, zonder (politiek) deel te worden van de EU zelf. Het zijn met name de bepalingen rond de verwezenlijking van een diepe en brede vrijhandelszone die deze overeenkomst bijzonder maakt. Omdat deze bepalingen verder gaan dan de bevoegdheden die besloten liggen in de Europese Verdragen en zij de lidstaten binden, dient deze overeenkomst afzonderlijk door ieder van de lidstaten te worden geratificeerd. Voor het overige zijn de bepalingen in lijn met hetgeen gebruikelijk is bij dergelijke overeenkomsten, hoewel hierin, binnen het raamwerk van het internationale recht, bijzondere aandacht wordt besteed aan veiligheid..  

Het is belangrijk te realiseren dat deze overeenkomst in de ogen van de EU en de Nederlandse regering meer gezien moet worden als een alternatief voor het EU-lidmaatschap, dan dat het daarop zicht biedt (Memorie van Toelichting en Nota naar aanleiding van het verslag van de commissie voor Buitenlandse Zaken). Voor de landen van het Oostelijk Partnerschap (Oekraïne, Georgië en Moldavië) is een lidmaatschapstraject niet aan de orde en in de associatieovereenkomst is daarop ook op geen enkele wijze gezinspeeld. Wel beoogt het nadrukkelijk een politieke associatie met (en niet in!) de EU te bewerkstelligen en economische integratie te bevorderen.

Kort en goed wil de EU met Oekraïne een vergaande vrijhandelsovereenkomst aangaan, maar op zodanige wijze dat de economische, sociale, handelsgerelateerde en politieke standaarden en normen daar, identiek zijn als welke gelden binnen de EU hoewel bijzondere aandacht wordt geschonken aan samenwerking op het gebied van veiligheid.

Voor- en nadelen van deze associatieovereenkomst

Ten gunste van het aangaan van de associatieovereenkomst met de Oekraïne spreekt dat het invloed geeft en de mogelijkheid schept om actiever betrokken te worden bij de noodzakelijke modernisering van hun economie. Tevens kan het bijdragen om de afhankelijkheid van de staat in alle aspecten van het Oekraïense leven terug te dringen, corruptie te bestrijden en standaarden voor mensenrechten en democratie naar Europees niveau te trekken. Het biedt Oekraïne de mogelijkheid zich economisch te ontwikkelen en de handel tussen de EU en Oekraïne makkelijker en goedkoper te maken. Tegelijkertijd creëert het een perspectief voor de Oekraïense bevolking om verlost te worden van de tirannie van pseudo-democratische structuren en oligarchisch gegraai door politici en zakenmensen. Tot slot geeft het ons een belangrijke mogelijkheid tot stabilisatie van de regio en daarmee van de eigen oostgrens van de EU.

Daar staat tegenover dat deze potentiële voordelen slechts zo sterk zijn als de kwaliteit en integriteit van de uitvoering. Corruptie, kinderarbeid en criminaliteit zijn ontegenzeggelijk in ruime mate aanwezig in Oekraïne. Dit is een serieus probleem, maar het is een naïeve illusie te veronderstellen dat dat minder zal worden als we geen overeenkomst aangaan.  Veel zal dus afhangen van de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan de in de overeenkomst opgenomen mogelijkheid om bij te sturen (Titel VII van de overeenkomst) als de implementatie niet aan de gestelde verwachtingen voldoet. Daarnaast zal het sluiten van de overeenkomst de relatie met Rusland mogelijk onder druk kunnen zetten, hoewel je je serieus kan afvragen op welke wijze het niet aangaan van de overeenkomst, onder de huidige omstandigheden, de verhoudingen verbeteren zou.  

Tot slot

Alles overwegende denk ik dat de voordelen van een associatieverdrag opwegen tegen de nadelen. Het vergt mijns inziens wel een zeer actief gebruik van de mechanismes die in de overeenkomst besloten liggen om de uitvoering ook daadwerkelijk die kant op te krijgen die men bij het sluiten van de overeenkomst voor ogen had. Daarnaast lijkt mij dat juist door het optreden van Rusland voorafgaande aan en na de datum waarop de overeenkomst gesloten is, het doorzetten daarvan niet alleen in ons belang is, maar ook in dat van Europa en voor Oekraïne zelf. Op basis hiervan zal ik in het op 6 april te houden referendum voor de associatieovereenkomst stemmen.

Andere bijdragen in de Referendum-reeks:

 

*   Bij het schrijven van dit artikel heb ik veel steun gehad aan de informatie van Europa NU (www.europa-nu.nl) en heb daar deels ook letterlijk uit geciteerd. Deze onafhankelijke site beoogt de burger in staat te stellen zelf een oordeel te vormen over hoe de Europese Unie invloed heeft op ons leven, en hoe wij meebeslissen in Europa