De Provinciale Statenverkiezingen zijn via de getrapt gekozen Eerste Kamer het periodieke breekijzer in de toch al fragiele nationale politieke verhoudingen op landelijk niveau. Hoe bevorderlijk is deze ‘reset’ eigenlijk voor (de bestuurbaarheid van) het land? In dit artikel probeer ik hierop een antwoord te vinden, ga ik in op de politieke actualiteit rond lang lopende hoofdpijndossiers, zie ik het bestuurlijke ‘midden’ versmallen door polariserende politieke partijen en vraag ik mij af of het ook anders kan.
Foto: ANP
Hoeveel mensen in Nederland weten waarvoor ze op 20 maart gaan stemmen? Het stembiljet geeft aan dat het voor de Provinciale Staten is, maar heel Den Haag is bezig met de vraag wat deze verkiezing doet met de samenstelling van de Eerste Kamer en de positie van het derde kabinet Rutte. Intussen is een staatscommissie bezig geweest om te onderzoeken hoe de betrokkenheid met de burger bij de politiek naar een hoger plan kan worden gebracht. Haar rapport (384 pagina’s dik) gaat politieke taboes uit de weg en zal daarom niets oplossen. In dit artikel beargumenteer ik dat de Eerste Kamer een groter obstakel voor onze democratie is dan op het eerste gezicht lijkt. Bovendien laat ik zien dat we heel goed zonder kunnen én de betrokkenheid van de burger bij de democratie naar een hoger plan kunnen brengen.