The Committee of Five present their work, June 1776 (John Trumbull, 1819)
In 1775 begon de Amerikaanse onafhankelijkheidsoorlog. De Amerikaanse kolonisten waren de Britse uitbuiting, het gebrek aan vertegenwoordiging in wetgevende organen en de vele inbreuken op hun (toen nog helemaal niet vanzelfsprekende) grondrechten door de Britten meer dan beu. De kolonisten voelden zich een melkkoe van het ver weg gelegen Groot-Brittannië. Zonder enige zeggenschap hierin te hebben werden hun belastingen en vooral invoerrechten opgelegd, wetten opgedrongen en hun handelsmogelijkheden beperkt. Protesten werden genegeerd, ‘rebellen’ zonder al te veel formaliteiten opgepakt en veroordeeld. Het lokale bestuur werd steeds meer monddood gemaakt en in enkele gevallen zelfs ontbonden. De kolonisten voelden zich niet meer vertegenwoordigd. Nadat de Britten in Massachusetts de noodtoestand afkondigden en het lokale garnizoen de opdracht kreeg rebellen te ontwapenen en te arresteren was de maat vol.
Bij het uitbreken van de vijandelijkheden tussen de kolonisten en de Britten in april 1775 was het nog helemaal niet duidelijk dat het tot een scheiding zou komen. De hoop bestond dat de Britten zouden inzien dat de kolonisten zich niet als wingewest van Groot-Brittannië behandeld wensten te zien en hun exclusieve verantwoordelijkheid zouden willen verlenen in zaken die hen direct aangingen. De Britten waren hier echter doof voor en gaven in reactie op de schermutselingen hun gezagsdragers in Amerika de opdracht de opstand met alle mogelijke middelen de kop in te drukken. De kolonisten hadden, anders dan zich neer te leggen bij hun onderwerping aan de koning, geen andere optie meer dan de onafhankelijkheid te zoeken.
Het heeft echter nog tot het late voorjaar van 1776 geduurd voordat er onder de kolonisten onderling voldoende consensus was om daadwerkelijk de stap te zetten hun onafhankelijkheid uit te roepen. Tussen 11 juni en 1 juli 1776 is een document tot stand gekomen dat nu bekend staat als de Declaration of Independence (4 juli 1776).
Wat in eerste instantie begon als een diepgevoelde wens om zelfbeschikkingsrecht te krijgen, verwerd tot een strijd voor onafhankelijkheid, gelijkheid en vrijheid. Het valt niet mee om de idealen achter de droom eenduidig vast te leggen. Daarvoor waren de achtergronden en drijfveren van de opstellers van de Onafhankelijkheidsverklaring en de grondwet van de Verenigde Staten van Amerika (VS) te divers. Er is veel over geschreven en gespeculeerd. Hoe groot was de invloed van religie, door wie lieten de opstellers zich inspireren en welke belangen speelden een rol bij het opstellen daarvan? Het gaat te ver om daar in dit stuk diep op in te gaan. Duidelijk is wel dat de Onafhankelijkheidsverklaring vooral bedoeld was om de gezochte soevereiniteit van een overtuigende en deugdelijke juridische basis te voorzien. Hiervoor werd ironisch genoeg vooral gewinkeld bij de Engelse ‘Bill of Rights’ (1689), welke moest rechtvaardigen dat het de facto door het Britse parlement afgezette staatshoofd James II vervangen kon worden door (onze) William of Orange en Mary Stuart. Deze Bill of Rights was weer voor een belangrijk deel beïnvloed door het gedachtegoed van de politieke filosoof John Locke.
De idealen achter de Amerikaanse droom
Vaststaat dat de opstellers van de Onafhankelijkheidsverklaring en de grondwet van de VS beoogden het gevoel van de Amerikanen vast te leggen over de wijze waarop zij wensten bestuurd te worden en te kunnen leven. In hun beleving stond de mens centraal en moest de overheid faciliterend zijn. Dit is het fundament onder de Amerikaanse droom. In de preambule van beide documenten wordt dit vrij expliciet vastgesteld.


Vrij vertaald is dit fundament gebouwd op de volgende pijlers:
i. De regering ontleent zijn bevoegdheden aan het vertrouwen van de bestuurden over, en de instemming met, het door haar gevoerde bestuur. Wanneer de regering dat vertrouwen beschaamt hebben de bestuurden het recht haar te vervangen of omver te werpen.
ii. Mensen zijn van nature elkaars gelijke: niemand is als persoon ondergeschikt aan of heerser over een ander. Iedereen heeft dezelfde rechten en is sociaal gelijk.
iii. Mensen hebben het recht om in vrijheid te leven en moeten zich beschermd weten tegen willekeurige inbreuken op hun leven, vrijheid en eigendom.
iv. Mensen moeten het recht hebben en in staat zijn hun eigen keuzes te maken (‘pursuit of happiness’). Indien en voor zover deze keuzes geen inbreuk maken op de rechten van anderen, moet je in staat zijn te doen wat je wilt, zelfs als dat jezelf schaadt.
v. De overheid dient zorg te dragen voor gerechtigdheid: een gelijke verdeling van lasten en baten (‘distributive justice’), eerlijke procedures en behandeling (‘procedural justice’) en evenwichtige berechtiging (‘corrective justice’).
vi. De overheid dient borg te staan voor de binnenlandse rust en orde (‘domestic tranquility’).
vii. De overheid dient het algemeen welzijn (‘general welfare’) te bevorderen.
Een koloniale PR-stunt
De pijlers zoals genoemd onder itot en met viiwerden verondersteld vanzelfsprekend te zijn (‘self evident’). En hoewel ze ongetwijfeld in verlichte kring met de mond werden beleden, moest de implementatie daarvan echter vooral niet ten koste gaan van de belangen van de gevestigde orde. Dat menig opsteller van de Onafhankelijkheidsverklaring slaven hield werd niet meteen in tegenstrijd gezien met hetgeen zo ijverig was opgeschreven. Vele soldaten vochten voor de goede zaak in de revolutie tegen de Britten, maar dat impliceerde helemaal niet dat zij mochten kiezen wie hen zou vertegenwoordigen. Het stemrecht was veelal slechts voorbehouden aan blanke mannelijke huiseigenaren die belasting betaalden (hetgeen neerkwam op circa 6% van de bevolking). In sommige staten werden joden, quakers en katholieken aanvankelijk ook uitgesloten van het kiesrecht. Vrouwenkiesrecht werd pas in 1920 ingevoerd.
Er moest een burgeroorlog aan te pas komen om de slavernij af te schaffen (1865). Toch heeft het nog tot 1954 geduurd voordat de in een behoorlijk aantal staten gehanteerde en door het VS Hooggerechtshof beschermde doctrine van ’seperate but equal’, waar veel zwarten het slachtoffer van waren, verworpen werd. De doctrine kwam er in de praktijk op neer dat zolang er aan de verschillende rassen maar hetzelfde soort, maar gescheiden faciliteiten (publieke voorzieningen, huisvesting, medische zorg, onderwijs, werkgelegenheid, etc.) werd geboden, aan het vereiste van gelijke bescherming onder de grondwet werd voldaan. Dat de kwaliteit en omvang van deze faciliteiten per bevolkingsgroep nogal uiteenliep, zal niet verbazen.
Ook de oorspronkelijke bewoners van Amerika, de indianen, zijn consequent gemarginaliseerd. Het heeft tot diep in de 19de eeuw geduurd voordat zij überhaupt als rechtssubjecten werden aangemerkt onder VS-recht, en alleen dan als zij zich distantieerden van de gebruiken van de stam waartoe zij behoorden.
De invulling van de Amerikaanse droom is gedurende de geschiedenis van de VS gedefinieerd door de degenen die het kiesrecht uitoefenden. Hun behoeften bepaalden in welke mate de in de Onafhankelijkheidsverklaring en grondwet neergelegde idealen invulling kregen. Omgekeerd was voor hen die niet vertegenwoordigd waren, de kans op voorspoed en succes een behoorlijk stuk kleiner. Zo is het goed verklaarbaar dat de koloniale elite (als selecte groep kiezers) meer waarde hechtte aan het bewaren van de binnenlandse rust dan bijvoorbeeld aan het bevorderen van het algemeen welzijn of het beschermen van de rechtszekerheid van iedere burger.
De conclusie moet zijn dat de Onafhankelijkheidsverklaring en de VS-grondwet niet het hoogtepunt van 18de-eeuwse vrijheid en democratie waren, waar zij vandaag de dag wel voor worden gehouden. Vanuit de tijdgeest van destijds is dit goed te verklaren. Ik zou geen landen weten waar het op dat vlak destijds veel beter was gesteld. Ik voeg er tegelijkertijd aan toe dat het elders - vooral in Europa - ook niet veel slechter zal zijn geweest. Ook daar had de elite het toen goed voor elkaar. De koloniale verlichtingsidealen, zo moet worden vastgesteld, hoe waardevol en verheven ze toen ook waren, werden vooral opgevoerd om te laten zien hoe barbaars de Britse overheerser was en hoe redelijk het daarom was zich hieraan te onttrekken.
Bijna 250 jaar later …
We zijn intussen bijna 250 jaar verder en de vraag dringt zich op of hetgeen destijds exclusief voorbehouden was aan een compacte bevoorrechte elite, inmiddels de grote massa heeft bereikt. Het antwoord is dat er waanzinnig veel is bereikt en dat er perioden zijn geweest waarin de Amerikaanse droom als lichtend voorbeeld voor de wereld gold. Nergens waren de mogelijkheden voor opwaartse sociale en economische mobiliteit zo groot als in de VS. Ook door actief moreel en politiek leiderschap was de hoofdrol van de VS in de wereld onbetwist.
Dit is het Amerika uit de - geprivilegieerde - jeugd van de huidige president van de VS. Het was, paradoxaal genoeg, echter ook een tijd waar er naast grootsheid, ook nog diepe raciale verschillen waren, waar aanpassing de norm was en afwijkende inzichten gewantrouwd werden en soms zelfs als existentiële bedreigingen werden benaderd (zoals de communistenjager McCarthy duidelijk liet zien). Het was het land waar de mogelijkheden onbegrensd waren, maar falen, zo laten vele Amerikaanse zelfhulpboeken ons nog steeds weten, een keuze is die je over jezelf afroept.
Inmiddels is de wereld, de maatschappij en daarmee de behoeften van haar burgers veranderd. Iedereen betaalt inmiddels belasting en iedere burger heeft in principe kiesrecht. De spelregels zijn in grote lijnen hetzelfde gebleven, maar de spelersgroep is groter en veranderd van samenstelling. Dit brengt mee dat de behoeften veranderen en de keuzes andere zijn dan voorheen.
Dit steekt veel Amerikanen, en Donald J. Trump was degene die daar op weergaloze wijze een stem aan wist geven. De president probeert de Amerikanen terug te loodsen naar de ‘veilige haven’ die Amerika in zijn jeugd was. In dat beloofde land is in zijn ogen geen plaats voor immigranten, moslims, kritische en progressieve geesten en/of sociaal zwakkeren. Zijn politieke leiderschap is niet meer op moreel gezag, maar op economisch overwicht en militaire macht gebouwd. Zijn persoonlijke stijl is narcistisch, leugenachtig, intimiderend, ontregelend en racistisch. Hij ondermijnt de persvrijheid, holt de vrijheid van meningsuiting uit en verheerlijkt autocratisch leiderschap. De president is daarmee niet bepaald het uithangbord van de idealen waaraan de VS zijn grootsheid destijds ontleende. Ondanks dat zijn aanpak uniek is, is zijn verkiezing als president het resultaat van een al veel langer gistend proces. Het verliezen van de - zelfgezochte - Vietnamoorlog heeft een beweging in gang gezet die steeds nadrukkelijker, als een gestaag woekerende veenbrand, aan kracht gewonnen heeft. Het verharden van het politieke debat, de toenemende invloed van de evangelisch en monetaire conservatieven, het steeds verder dereguleren van economische activiteiten, het verkleinen van het vangnet voor sociaal zwakkeren, de dubbele maatstaven in de rechtstoepassing … het speelt al een hele poos en de gevolgen zijn groot. En zolang de Republikeinen hun president blijven dekken, zal het ook niet snel beter worden.
Wat heeft de Amerikaanse droom opgeleverd? (in de VS en in Europa)
Hoewel het met de VS als land op economisch vlak zeer voor de wind gaat, dringt de vraag zich op waar die welvaart terecht is gekomen.
De verlichtingsidealen (vrijheid, gelijke kansen en solidariteit) die ten grondslag lagen aan de Onafhankelijkheidsverklaring en de grondwet hebben steeds meer terrein verloren aan individualisme, economische principes en kapitalistische uitgangspunten. Dit definieert ook - in grote lijnen - het verschil in benadering tussen Democraten (verlichtingsidealen)en Republikeinen (kapitalisme). Deze hoeven niet met elkaar in tegenspraak te zijn, maar in de gepolariseerde VS blijkt het in de praktijk steeds moeilijker samen te gaan.
In vergelijking met andere economieën zoals bijvoorbeeld de Nederlandse of in bredere zin Europese, blijkt dat de Amerikanen nog heel wat te winnen hebben bij het verwezenlijken van hun oorspronkelijke idealen zonder dat het streven naar welvaart ten koste gaat van de onderkant van de maatschappij.
Om dit verder inzichtelijk te maken heb ik voor ieder van de thema’s die de (oorspronkelijke) droom dragen en hun weg gevonden hebben in de Onafhankelijkheidsverklaring en de grondwet, gezaghebbende indexen gezocht die een beeld geven hoe landen daarop presteren. De thema’s zijn respectievelijk (i) democratie, (ii) gelijkheid, (iii/iv) vrijheid, (v) gerechtigdheid, (vi) orde en rust alsmede (vii) welzijn. De leidt tot het volgende inzicht:
De idealen zoals verwoord in de preambule van de Onafhankelijkheidsverklaring en de grondwet zijn, bijna 250 jaar nadien, nog steeds het nastreven waard, maar tegelijkertijd op hun best werk in uitvoering. Laat dit ook voor Europeanen een les zijn. De idealen van de Amerikaanse onafhankelijkheidsstrijd zijn ook ónze idealen en een leidraad voor een rechtvaardige en evenwichtige maatschappij. We moeten keihard werken deze te bewaken en te beschermen tegen anti-krachten die gemakkelijke kortetermijnoplossingen prediken voor complexe problemen. Populisten die zwakkeren misbruiken om mensen tegen elkaar uit te spelen en een bres pogen te slaan in onze gemeenschappelijkheid. Als landen individueel zijn we relatief zwak en competitief kwetsbaar; verregaande samenwerking creëert kansen, geeft de beste garantie op een gelijk speelveld en maakt ons Europees en internationaal sterker. Gedeelde waarden zijn de dragende kracht achter onze vrijheid, sociale weerbaarheid en gemeenschappelijk succes. Door de lasten naar vermogen te dragen en de vruchten van onze inspanningen eerlijk te verdelen hebben zij welvaart gebracht, zonder dat we ten prooi zijn gevallen aan socialisme of erger, waar de Amerikanen zo bang voor waren en deels feitelijk nog steeds zijn. Laat de waarden die het fundament vormen onder de Amerikaanse droom, de verlichtingsidealen uit de 18de eeuw, hun vervolmaking vinden in het Europa waar zij tenslotte ook zijn geboren.
Noot: gebruikte indexen
(i) Democratie: Democracy Index (The Economist), EIU, London
(ii) Gelijkheid: Inequality-adjusted Human Development Index, UNDP, New York
(iii/iv) Vrijheid: Human Freedom Index, Freedom House, New York
(v) Gerechtigdheid: WJP Rule of Law Index, World Justice Project, Washington
(vi) Orde en rust: WJP Rule of Law Index, World Justice Project, Washington
(vii) Welzijn: Social Progress Index, Social Progress Imperative, Washington