De afgelopen maand lag het kabinet onder vuur over het door haar gevoerde beleid met betrekking tot het bestrijden van de crisis. Met de komende verkiezingen in het vooruitzicht is dit niet verwonderlijk, maar opmerkelijk is wel dat ook de ING en de Rekenkamer hierin stelling namen. Hebben wij het slechter gedaan dan de ons omringende landen of doen we het juist goed? In dit artikel probeer ik feiten en perceptie te ontwarren en een lans te breken voor een objectievere, minder macro-economische benadering van het meten van overheidsprestaties.
Het is alsof in Nederland ten aanzien van bestuurders van financiële instellingen de sharia is ingevoerd. Op basis van vage normen zonder verifieerbaar gezag worden zij die het wagen in aanmerking te komen voor een te hoge vaste beloning of bonus, publiekelijk verbaal gestenigd. Voetballers zijn in dat licht een stuk beter af! De Tweede Kamer speelt een opmerkelijke rol, en treedt hierbij mijns inziens buiten haar taakstelling. Dat is ongezond en onwenselijk. Dit neemt niet weg dat er wel degelijk overwegingen zijn die overheidsbemoeienis met de omvang en ijkpunten van de beloningen van bestuurders van financiële instellingen rechtvaardigen. In dit blog tracht ik aan te geven waar naar mijn mening, de grenzen van politiek aanvaardbare bemoeienis liggen.
Het recentelijk gepubliceerde onderzoek “Dutch Banks and Tax Avoidance” tracht ons inzicht te geven in de rol die banken direct of indirect spelen bij belastingontwijking. Bij het ontbreken van een “smoking gun” wordt een methode van veroordeling gebruikt die in de tijd van de inquisitie en heksenjachten ook al populair was. Schuld door associatie. Aanleiding voor een kritische beschouwing