Al van jongs af aan ben ik gefascineerd door het spektakel, de spanning en dramatiek rond de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Mijn eerste bewuste herinneringen aan die verkiezingen gaan terug naar de strijd in 1968 tussen Hubert Humphrey en Richard Nixon. Nixon won die verkiezing en ik kan me nog goed herinneren hoe teleurgesteld ik was dat Humphrey, in een zeer spannende verkiezing, uiteindelijk het onderspit moest delven. Nixon zou iets meer dan 5 ½ jaar van de tweemaal vier jaar waarvoor hij als president gekozen was, vol maken.
Sindsdien zijn er 11 verkiezingen geweest en 7 presidenten gekozen in wat één van de lastigste ambten is waarin men verkozen kan worden. In de 48 jaar sinds 1968 is het maar 12 jaar voorgekomen dat een president een Congres tegenover zich had dat gedomineerd werd door dezelfde partij als waar hijzelf toe behoorde. Zelfs dan blijkt het lastig regeren, zoals president Obama heeft ondervonden in zijn eerste twee jaar als president.
Waar de wereld de president van de Verenigde Staten ziet als personificatie van de Amerikaanse macht, is de realiteit dat die macht allerminst absoluut is. De macht is verdeeld over het presidentschap, het Congres en de rechterlijke macht. Hoewel dit vanuit rechtsstatelijk oogpunt een zegen is, is het ook een feit dat het Amerikaanse politieke systeem hierdoor al jaren in een politieke burgeroorlog verwikkeld is, het land moeilijk bestuurbaar is en keert de burger, net als in andere delen van de democratische wereld overigens, zich steeds meer af van de politiek en het politieke establishment en zoekt zijn heil bij populistische retorici die zich bedienen van one-liners en ogenschijnlijk makkelijke oplossingen.
2016: verkiezingsjaar
Dit jaar op 8 november, is het weer zover en kunnen de Amerikanen kiezen wie de 45ste president van de Verenigde Staten gaat worden. Men zou verwachten dat het lastig is voor een dergelijk zware rol kandidaten te vinden. Echter per de stand van 12 januari j.l. (er komen nog dagelijks aanmeldingen binnen) hebben 1.491 personen zich bij de Federal Election Committee (FEC) aangemeld om mee te kunnen doen aan de presidentsverkiezing, waarvan 269 Republikeinen, 1.014 onafhankelijke kandidaten en 208 kandidaten van Democratische huize. Dit is opmerkelijk, mede ook gezien de hoge kosten die een dergelijke verkiezing met zich meebrengen. Het prijskaartje van het hele traject van kandidaatstelling tot en met de verkiezing werd voor de verkiezing in 2012 door het onafhankelijke ‘Center for Responsive Politics’ berekend op $2,6 miljard (!) voor alle kandidaten tezamen (toen registreerden zich 417 kandidaten bij de FEC). Er is weinig aanleiding om aan te nemen dat de kosten van dit hele circus dit jaar minder zullen zijn.
De komende maanden zullen in het teken staan van de selectie van de kandidaat die de respectievelijke partijen zal vertegenwoordigen in de presidentsverkiezing.
Democratische kandidatuur
Hoewel aan Democratische zijde alles erop lijkt te wijzen dat Hillary Clinton haar partij bij de presidentsverkiezing gaat vertegenwoordigen, is het zeer waarschijnlijk dat haar tegenstanders, voornamelijk aan Republikeinse zijde, tot aan de verkiezing alles uit de kast zullen halen om haar positie te ondermijnen en haar geloofwaardigheid aan te tasten. Het op instigatie van de Republikeinen ingestelde en al sinds september 2014 lopende onderzoek van het Huis van Afgevaardigden naar de aanleiding en desastreuze gevolgen van de bestorming van de Amerikaanse diplomatieke missie in Benghazi is daar het perfecte middel toe. Clinton was minister van Buitenlandse Zaken van de Verenigde Staten, toen in september 2012 tijdens aanvallen door islamitische militanten de missie en andere gebouwen werden aangevallen, waarbij de ambassadeur en drie andere Amerikaanse overheidsdienaren om het leven kwamen. Het is zeer waarschijnlijk dat het onderzoek door de Republikeinen tot zodanige lengte opgerekt wordt dat het maximale afleiding van en schade voor Clintons campagne oplevert. Daarnaast speelt een door de Republikeinen warm gehouden controverse over het door haar al dan niet geoorloofd gebruiken van privé- e-mailadressen en servers voor staatszaken gedurende de tijd dat zij minister van Buitenlandse Zaken was. De Republikeinen zijn meesters in het uitbuiten van dit soort politiek ongemakkelijke situaties. Hoewel het onwaarschijnlijk is dat haar de nominatie voor de Democratische kandidatuur voor het presidentschap zal ontgaan, is het moeilijk in te schatten in welke mate deze aanvallen op haar persoonlijke integriteit en beoordelingsvermogen kiezers in hun uiteindelijke keuze zal beïnvloeden.
Republikeinse voorverkiezingen
De eerste voorkiezing vindt plaats op 1 februari 2016 in de staat Iowa, waarna in de periode tot midden juni nog vele zullen volgen. In de aanloop naar de voorverkiezingen staat bij de Republikeinen Donald Trump nog op grote voorsprong in de peilingen (zijn voorsprong op Ted Cruz, zijn meest nabije belager, bedraagt nu 14-18% afhankelijk van wie de peiling heeft verricht). Er is veel speculatie of deze voorsprong zich ook vertaalt in resultaten als mensen daadwerkelijk in het stemhokje hun stem gaan uitbrengen. De reden hiervoor lijkt in de eerste plaats te liggen in de veelheid en methode van peilingen (internet bereikt niet per se de volle breedte van de traditionele achterban van de Republikeinen). In de tweede plaats meten peilingen vooral sentimenten en minder of de uit te brengen stem ook daadwerkelijk naar een kandidaat gaat aan wie je de leiding over jouw land (en dat van je (klein)kinderen) toevertrouwt. Deze afweging wordt pas betrekkelijk kort voordat kiezers hun stem uitbrengen gemaakt. De tijd zal leren of deze gedachtegang hout snijdt of niet. In dat verband is het interessant dat bij de ‘bookmakers’ per 13 januari j.l. Donald Trump inmiddels gedeeld 1ste staat voor de nominatie van de Republikeinen in de strijd om het presidentschap (opgeschoven van de 3de plaats die hij op 5 januari j.l. nog innam):
New York Times 13 januari 2016 (Election 2016| Who's Winning the Presidential Campaign)
Ondanks het feit dat Trump in zijn eigen partij op weinig steun kan rekenen en politieke analisten hem vooralsnog niet in staat achten het presidentschap binnen te halen, lijken de indicaties voor Trumps nominatie steeds positiever te worden, waar toch niet zo heel lang geleden de verwachtingen een stuk negatiever waren.
Trump for President?
Het feit dat Trump zijn campagne voert volgens zijn eigen unieke regels, beschikt over nagenoeg onbeperkte financiële middelen en hij zich weinig gelegen laat liggen aan de ‘mores’ van het politieke spel zowel binnen als buiten zijn partij, maakt hem toch een lastig in te schatten kandidaat. De eerder geschetste toenemende afkeer van het politieke establishment bij kiezers speelt Trump in de kaart. Veel zal afhangen van de eerste 30 dagen van de voorverkiezingen en daar kan nog van alles gebeuren. Ik sluit zeker niet uit dat Trump erin zal slagen de Republikeinse nominatie naar zich toe te trekken.
Laten we eens aannemen dat dit scenario zich inderdaad voltrekt. Vast staat dan in ieder geval dat het niet saai gaat worden in de strijd om het presidentschap. Hillary Clinton is zonder twijfel een rode lap waarop Trump op politiek incorrecte wijze zal gaan reageren, net zoals hij dat eerder gedaan heeft in de aanloop naar de voorverkiezingen op haar en andere vrouwelijke kandidaten en journalisten. Inhoudelijk is Trump volstrekt ondergeschikt aan Clinton die niet alleen het ambt als geen ander heeft doorleefd (weliswaar als First Lady), maar ook buitenlandervaring heeft als minister van Buitenlandse Zaken en tevens de sociale en gezondheidszorg dossiers goed beheerst. Trump heeft geen enkele ervaring met het uitoefenen van enig politiek ambt. Qua discipline wint Clinton het ook van Trump. Ervaren als ze is zal zij zich niet snel uit haar tent laten lokken en ondoordachte uitspraken doen. Trump daarentegen werkt vanuit de onderbuik, gedraagt zich als een straatvechter en is in hoge mate impulsief. De vraag is of dat in eerste instantie een nadeel is. Zijn vermogen achteloos en onbeschaamd te irriteren, feilloos in te spelen op populistische sentimenten en het feit dat hij de taal van ‘het volk’ spreekt, zal hem zeker helpen om Clintons campagne voor het presidentschap effectief te ontregelen. Of dit genoeg zal zijn om het zo felbegeerde presidentschap binnen te halen is op dit moment onmogelijk in te schatten. Zal de rede overwinnen of legt deze het af tegen de gevaarlijke, maar op zich begrijpelijke, afkeer van een groot deel van de Amerikaanse bevolking tegen het politieke establishment (zo vindt bijvoorbeeld 60% van de Amerikanen dat het Congres haar werk slecht doet)? Trumps gebrek aan politieke ervaring is zo bezien eerder een voordeel dan een nadeel.
Is de persoon Trump groter dan het ambt van president?
Wat voor president zou Donald Trump zijn als hij tegen alle, althans nu geldende verwachtingen erin zou slagen de presidentsverkiezing te winnen? Hierbij doel ik niet zozeer op de slaagkans voor zijn programma voor Amerika, maar vooral op zijn persoonlijkheid. Laat zijn ego het toe een sterk en effectief team om zich heen te verzamelen en kan hij zijn land en (al!) haar inwoners op een hoger plan zetten dan zijn eigen universum waarbinnen alles om Donald J. Trump draait?
Leiderschap
Politiek is een lastig vak. Iedere politicus dient dagelijks grote hoeveelheden complexe informatie op diverse beleidsterreinen tot zich te nemen, te filteren, te beoordelen en binnen bestaande contexten en belangen van een oordeel te voorzien. Dat is een stuk lastiger dan een vastgoedimperium runnen waar de problematiek relatief eenduidig is en de afwegingen vooral financieel te duiden zijn. Trump is politiek onervaren en autocratisch in het bestieren van zijn zakelijke affaires. Hij zal als president moeten leunen op adviseurs op verschillende beleidsterreinen en deals moeten sluiten met politieke tegenstanders uit binnen- en buitenland. Het feit dat Trump meent dat hij als ‘succesvol’ zakenman dit spel naar zijn hand kan zetten zegt veel over zijn zelfbeeld, maar doet veel vrezen over de wijze waarop hij invulling kan geven aan het presidentschap. Trump staat niet bekend om zijn geduld en zijn vermogen naar anderen te luisteren. Hij heeft het hart op de tong en is vaak direct en impulsief. Nuance en het vermogen onbevooroordeeld naar zaken te kijken, lijken hem vreemd. Dit zijn echter wel eigenschappen die noodzakelijk zijn om een hecht team om je heen te verzamelen en te binden. Eigenschappen die hem in zijn zakelijke leven hebben gemaakt tot wie hij is, kunnen dezelfde eigenschappen zijn die hem in zijn politieke leven dwarszitten.
Dit zal onherroepelijk leiden tot onjuiste inschattingen en foute beslissingen. Niemand heeft het patent op het onfeilbare gelijk, en Trump zal daar geen uitzondering op zijn. Hedendaagse leiders dienen gegrond te zijn in de realiteit van het hier en nu, moeten kunnen opereren buiten de waan van de dag, en zich afsluiten voor ‘wishful thinking’. De vraag is of Trump bescheiden genoeg is om fouten toe te geven, hiervan te leren en zijn koers te verleggen als de situatie daarom vraagt. Tot op heden blinkt Trump niet merkbaar uit in enig vermogen tot zelfreflectie of in het toegeven van fouten.
Empathie of minstens de schijn daarvan is een belangrijk middel voor politici om zich niet alleen te verbinden met hun achterban, maar ook met degenen die weliswaar andere politieke prioriteiten hebben, maar waar wel ‘deals’ mee gesloten moeten worden. Trumps uitvallen naar vrouwen, immigranten en andersdenkenden in het algemeen, doen het ergste vrezen over zijn vermogen om het gehele volk dat hij via zijn ambt behoort te vertegenwoordigen, te binden en te verbinden.
Ego
Binnen de Amerikaanse geestelijke gezondheidszorg bestaat een grote terughoudendheid om uitspraken te doen over de geestelijke gesteldheid van publieke figuren, zonder de persoon in kwestie zelf onderzocht te hebben en toestemming te hebben gekregen hier mededelingen over te doen (de zogenaamde Goldwater rule). Desondanks zijn psychiaters opmerkelijk mededeelzaam over hun visie op Trumps geestelijke toestand. Zijn enorme extroverte karakter is hier waarschijnlijk debet aan en mogelijk speelt hun afkeur voor deze kandidaat hierin ook een rol. Men blijkt behoorlijk unaniem in het oordeel dat Trump lijdt aan een narcistische persoonlijkheidsstoornis, een persoonlijkheidsstoornis die gekenmerkt wordt door een overdreven gevoel van eigenwaarde, een sterke behoefte aan bewondering en een laag inlevingsvermogen. De stoornis wordt gezien als een pathologische vorm van narcisme en is te onderscheiden in twee types: het openlijke en verborgen (‘grandiose narcissism’) soort. Bij Trump gaat het over het tweede type:
Bron: Wikipedia (https://en.wikipedia.org/wiki/Grandiosity)
Het is niet moeilijk Trump in deze beschrijving te herkennen. De vraag is echter of een dergelijke aandoening Trump hindert om een goede president te zijn. Een inhoudelijk gedegen onderzoek naar de mate waarin voormalige Amerikaanse presidenten al dan niet aan te merken zijn als ‘grandiosely narcissisic presidents’ (Psychological Science, 8 oktober 2013) schijnt hier haar licht over. In de top 10 van dit onderzoek staan toch niet de minste presidenten, waarvan er overigens zeven van Democratische huize zijn. De uitkomsten zijn gerangschikt op de standaardafwijking ten opzichte van het gemiddelde (het gemiddelde van alle Amerikaanse presidenten is derhalve 0; Ronald Reagan zit hier bijvoorbeeld zeer dicht tegenaan):
www.pewresearch.org
De lijst laat zien dat het op zichzelf zeer goed mogelijk is een hoog narcistische persoonlijkheidsstructuur te hebben, zonder dat het je functioneren als president in de weg hoeft te staan.
Dit wordt pas echt anders als dit samen gaat met een sterk innerlijk gevoel je te moeten bewijzen ten opzichte van de buitenwereld en deze mogelijk ook hevig wantrouwt (want vijandig). De vraag is of dit samen gaat met het leiderschap van het machtigste land van de ‘vrije wereld’. Het midden 2015 uitgekomen boek ‘One Man Against The World. The Tragedy of Richard Nixon’ door Tim Weiner laat aan de hand van een diepgaande analyse van tienduizenden recent vrijgekomen documenten, rapporten en persoonlijke aantekeningen van betrokkenen zien hoe gevaarlijk dat kan zijn. Uit deze analyse blijkt dat Nixon (niet eens de meest narcistische van de presidenten) zich in zijn rol als president boven de wet verheven achtte, meer bezig was met zijn plaats in de geschiedenis dan met het besturen van zijn land, geen moreel kompas had, weinig ophad met de gewone Amerikaan, boos was op de wereld en zijn tegenstanders en achter iedere deur een complot vermoedde. Zonder nu te stellen dat het Zonnekoninggedrag van Trump 100% past op dat van Nixon (daar is het immers nog te vroeg voor), zijn de overeenkomsten makkelijk aan te wijzen. Ook Trump lijkt te zweven in een universum dat geregeerd wordt door een geheel eigen interpretatie van de feiten, regels en normen. Zijn empathie met andersgezinden lijkt zeer beperkt, om niet te zeggen te ontbreken, hij bedient zich van chantage om zijn gelijk te halen en is continu bezig met zijn imago en plaats in de geschiedenis. De methoden verschillen, de intellectuele benadering is een andere maar in essentie zijn de signalen zodanig vergelijkbaar dat, net als bij Nixon, er een reëel gevaar is dat (de persoon van) de drager van het ambt van de president bovengeschikt gemaakt wordt aan de uitoefening van het ambt zelf. Dit zullen de ‘Founding Fathers’ niet voor ogen hebben gehad toen zij zich in 1787 bogen over een evenredige verdeling van en verhouding tussen machten binnen de nieuwe republiek.
Mocht het ondanks alles toch zover komen dat Trump erin slaagt het presidentschap naar zich toe te trekken, dan kunnen we alleen maar hopen, zowel voor Amerika zelf als voor de rest van de wereld, dat het beeld van de man niet klopt met de werkelijkheid, maar ook, al was het maar voor de zekerheid, dat het Amerikaanse volk zoals ze dat in driekwart van de gevallen gedurende de afgelopen bijna 50 jaar heeft gedaan, tegelijkertijd een Congres verkiest dat voldoende tegenwicht biedt aan de grillen van deze president.