De komende weken zal de discussie over de toewijzing van het WK voetbal aan Rusland (2018) respectievelijk Qatar (2022) wederom in volle hevigheid losbarsten.  De ethische commissie van de FIFA heeft aangegeven uiterlijk midden november een verklaring uit te geven over de bevindingen van Michael Garcia, de voorzitter van de onderzoekskamer van die commissie, van het onderzoek naar betreffende toewijzingen. Het zal spannend worden wat naar buiten gebracht zal worden. Vast staat dat er in de aanloop naar het publiekelijk maken van de bevindingen naar de gang van zaken rond de toewijzing van bovengenoemde WK’s, al heel wat spanning is ontstaan tussen Garcia en zijn collega Hans-Joachim Eckert, voorzitter van de zg. “controle kamer” van de FIFA. Samen zijn zij de voorzitters van de ethische commissie, maar het in september door Garcia aan Eckert aangeboden rapport kan zonder goedkeuring van laatstgenoemde niet naar buiten worden gebracht en Eckert en zijn controle kamer hebben derhalve het laatste woord over de vorm en mate waarin dat gebeurt.

In eerdere berichtgeving kwam naar boven dat de bescherming van de privicy aan een onverkorte publicatie van het rapport in de weg stond, maar volgens een artikel in de International New York Times van 6 november j.l. speelt er meer en zijn de persoonlijkheden en professionele achtergronden van Garcia en Eckert hier ook in het geding. Garcia is een voormalige openbaar aanklager uit de Verenigde Staten met een indrukwekkende staat van dienst in de bestrijding van terrorisme en corruptie. Eckert is een rechter die zijn sporen heeft verdiend in het berechten van witwaspraktijken door de Mafia in Duitsland. In eerste instantie zou je verwachten dat dit een gelijkgestemd duo betreft. Toch zijn er belangrijke verschillen. Garcia is een zeer geraffineerde onderzoeker die bewezen heeft, zelfs als zijn “gesprekspartners” niet onder ede staan, betrouwbare feiten boven water te kunnen krijgen. Hij is er uiteraard op gebrand zijn rapport, gebaseerd op 200.000 pagina’s bewijs,  wereldkundig te maken en de wereld te laten zien dat hij in staat is integer en onafhankelijk van de FIFA tot een oordeel te komen over de gang van zaken rond de toewijzing van de WK’s. Door het verstrekken van de opdracht tot het doen van onderzoek heeft de FIFA de verwachting gecreëerd dat er afdoende antwoorden komen. Eckert’s taak is om vast te stellen of de uitkomsten van het onderzoek van Garcia in voldoende mate door de feiten worden gedragen. Van huis uit is Eckert een legistische strafrechtjurist die minutieus wikt en weegt. In een strafzaak is dat noodzakelijk, maar dit betreft een, op interne FIFA regels en voorschriften gebaseerde, ethische zaak. Het gaat er in de eerste plaats om wat er is gebeurd (“zijn er onregelmatigheden geconstateerd rond de toewijzing van de WK’s?”), niet noodzakelijk wie, boven iedere twijfel verheven, welke rol daarin heeft gespeeld. Dat is volgens Garcia van later orde, maar zo ziet Eckert het niet. Dit zou de basis zijn van de spanning die zich rond dit onderwerp lijkt op te bouwen.

Beide heren zijn aangetrokken om het imago van de FIFA op het gebied van de integriteit en transparantie op te poetsen, ze hebben geen gevestigde belangen in het voetbal en staan (althans vooralsnog) bekend om hun onafhankelijkheid. Zij genieten beiden een groot gezag en hebben derhalve veel belang bij het slagen van hun opdracht. Zij zijn op deze klus in het volle licht van de publieke opinie, letterlijk tot elkaar veroordeeld. Op basis hiervan ben ik optimistisch dat wat er naar buiten wordt gebracht, hetzij afdoende zal zijn voor de buitenwereld om een voldoende en betrouwbaar oordeel te kunnen vellen over de gang van zaken rond de toewijzing van de WK’s, dan wel zo dit niet het geval mocht zijn, dat het rapport alsnog binnen de kortste keren door lekken vanuit de organisatie  integraal op straat zal liggen en/of andere (in)direct betrokkenen daarbuiten publicatie zullen afdwingen waarna de witte plekken alsnog ingevuld worden.

In het laatste geval is echter de opdracht het integriteitsimago van de FIFA op te krikken, definitief mislukt.  FIFA’s zonnekoning Sepp Blatter, zal dan moeten erkennen dat zijn bewind voor de organisatie wel een financieel succes is gebleken met een absurd  hoog eigen vermogen van ruim $1.400 mio (bij zijn aantreden in 1998 bedroeg dit nog “slechts” CHF38 mio), maar niet de transparante en integere organisatie heeft opgeleverd die hij in het vooruitzicht had gesteld en die de voetbalsport in het bijzonder en de sportwereld in het algemeen zo nodig heeft en tot voorbeeld zou kunnen strekken. Wat de uitkomst ook zal zijn, ik ben er van overtuigd dat dit een breekpunt gaat worden met het verleden en, wellicht met enige vertraging, een katalysator blijkt te zijn voor de zo gewenste hervormingen binnen de FIFA.  

Op korte termijnen levert het in ieder geval vooral veel gesprekstof op in de media, rond en buiten het veld. Ik voorspel alvast een mooie Harvard Business Case study! Alvast een mooie voetbalwinter toegewenst!


Posted
AuthorMark Goudsmit