In mijn op 26 februari verschenen eerste deel van de voorbeschouwing op de Tweede Kamerverkiezingen op 17 maart reikte ik handvatten aan voor het maken van een stemkeuze. Ik vroeg mij daarbij af in hoeverre het vertrouwen op kieshulpen of zelfs partijprogramma’s, niet het risico van feitenvrije keuzes met zich bracht. Om programma’s toegankelijker te maken had ik een samenvatting gemaakt van de belangrijkste standpunten en thema’s. Dit is deel II, het laatste deel van mijn voorbeschouwing, waarin de nadruk ligt op de doorrekeningen van de verkiezingsprogramma’s door het Centraal Planbureau en het Planbureau voor de Leefomgeving.
De samenstelling van de Tweede Kamer ligt op 17 maart in de handen van ons, de kiezers. Na een ongetwijfeld moeizame formatie zal op enig moment duidelijk gaan worden wie ons land de komende vier jaar gaan leiden. In de veelheid aan informatie en versimpelingen tracht ik in deze bijdrage, en in een na 1 maart verschijnend artikel, enige reflecterende kanttekeningen te plaatsen en handvatten aan te reiken voor het maken van een stemkeuze.
De Brexit is niet alleen ‘done’, maar inmiddels ook bekroond met een ‘Trade and Cooperation Agreement’ waarin de relatie tussen het VK en de EU na uittreding is vastgelegd. Als het Europese Parlement akkoord gaat met de overeenkomst komt er een einde aan vierenhalf jaar Brexit-getouwtrek. In deze editie van de Brexit-monitor maak ik de balans op. Wat heeft dit epische gevecht het VK nu opgeleverd?
De echte waarde van (politieke) ideeën blijkt pas bij de confrontatie met de realiteit en/of met het narcistische ego van de geestelijke vader daarvan. Vooral dit laatste werd de afgelopen week opnieuw duidelijk in de klucht rond Forum voor Democratie. Hoe goed gaan narcisme, ideologie en politiek samen?
In democratieën bepalen de kiezers wie de macht heeft. Dit neemt niet weg dat bedrijven en andere organisaties jaarlijks miljarden uitgeven aan lobbyisten en andere belangenbehartigers die hen ‘helpen’ de macht, politici en overheden dus, buiten het zicht van de openbaarheid te beïnvloeden en voor hen gunstige uitkomsten te bewerkstelligen. In dit artikel betoog ik dat dit in een democratie als de onze knelt. Ik doe daarnaast suggesties voor het in stelling brengen van betere waarborgen om te voorkomen dat perverse prikkels in de politieke belangenbehartiging de structuur en organisatie van ons democratisch systeem ondermijnen.
COVID-19 heeft inmiddels, met ca. negen maanden te gaan tot de Tweede Kamerverkiezingen, geleid tot een eigen dynamiek binnen het politieke bedrijf. Was de oppositie in eerste instantie gedwongen een plek aan de zijlijn te aanvaarden, nu gaat het er vooral om politieke punten te scoren. Met de opleving van COVID-19 is dit een gevaarlijk spel, met mogelijk ernstige gevolgen. Dit artikel belicht hoe Wilders er op 12 augustus in slaagde de regering in verlegenheid te brengen en de oppositie voor zijn karretje te spannen.
Naarmate de verantwoordelijkheid en realiteit van het ambt als eerste minister zwaarder op Boris Johnson beginnen te drukken, wordt duidelijk dat zijn talenten uit het verleden geen garantie zijn voor zijn functioneren als premier nu en in de toekomst. In dit artikel buig ik me over de belangrijkste uitdagingen die Johnson tot nu toe op zijn weg is tegengekomen en waar hij zich, al dan niet op tactische gronden, nog in onvoldoende mate heeft laten zien.
Volgens de Economist Intelligence Unit leefde 5,7% van de wereldbevolking in 2019 in landen die als ‘volle democratieën’ bestempeld konden worden. In 2008 was dat nog 14,4%. Dit zou voor ons allen reden tot zeer grote zorg moeten zijn. Hoe kan dit en wat zegt dit over ons als burgers en over onze politici? Hebben wij de juiste electorale keuzes gemaakt en beschermen onze politici ons voldoende tegen onvrijheid, rechteloosheid en willekeur? In dit artikel onderzoek ik welke krachten ons bedreigen en wat de poort openzet naar datgene waar we 75 jaar geleden aan zijn ontsnapt.
Hoe wrang is het als je na een heftig bevochten overwinning op Remainers in eigen land, erin bent geslaagd te ontsnappen uit een door jou ervaren dwangbuis van Brusselse regels en juridische bevoogding, en je vervolgens de complete controle over je herwonnen vrijheid uit handen moet geven aan een onzichtbaar, onberekenbaar en dodelijk virus? Veel erger kan waarschijnlijk niet: glorie en tegenslag zijn in de politiek onafscheidelijke kameraden. Deze aflevering van mijn Brexit-monitor voorspelt dat Johnson het zwaar gaat krijgen.
Europa zit zichzelf in de weg. Iedere crisis maakt de EU bleker, machtelozer en meer kwetsbaar. Zelfs de grootste optimist moet toegeven dat de rek eruit is. Het uiteen laten vallen van de EU is echter geen optie; het staat gelijk met politieke zelfvernietiging. Het is tijd voor een nieuwe impuls. De coronacrisis is wellicht de katalysator die daarvoor zorgen kan. In dit artikel stel ik een diagnose en schrijf ik een recept uit voor herstel.
In tijden van crisis ontdekt men de ware aard van leiders, samenlevingen en hun burgers. We hebben gezien dat er veel mensen zijn die zeer betrokken zijn, zich onbaatzuchtig en creatief inzetten voor de samenleving. Geweldig! Helaas zijn er ook zij, die zo verknocht zijn aan hun eigen hufterigheid dat zij menen de samenleving met hun opzichtige aanwezigheid te mogen belasten en er aanvullend beleid voor nodig is ons tegen hen te beschermen. Dit was voor mij aanleiding me in dit artikel nader te verdiepen in het begrip burgerschap.
Hoe kan het zijn dat politici soms totaal verrast worden door zaken die zich zo duidelijk aandienen? Waarom is feitenvrije politiek zo verleidelijk en tegelijkertijd zo gevaarlijk? Wat als percepties weersproken worden door de feiten; hoe lastig is dat voor politici? In dit artikel onderzoek ik aan de hand van een Iers voorbeeld de dilemma’s en breek ik een lans voor politiek leiderschap op basis van feiten, proportionaliteit en waarden.
Met de uitslag van de verkiezingen voor het Britse Lagerhuis is in een klap een einde gekomen aan het drie en een half jaar durende treurspel rond de Brexit dat zowel het Verenigd Koninkrijk als de EU in zijn greep hield. Met een meerderheid van 43 zetels en een verdeelde oppositie heeft de Conservatieve partij de komende vijf jaar alle kaarten in handen om de binnenlandse politieke agenda compleet naar haar hand te zetten. Dit neemt niet weg dat er internationaal nog een lange weg te gaan is. 'Getting Brexit Done' is nu officieel een feit … maar gaat het ook werken?
Trouwe lezers van mijn artikelen zullen weten dat ik me stoor aan de dogma’s en simpliciteit waarmee het energiedebat regelmatig wordt opgezadeld. Het is niet productief, te vaak selectief in de gehanteerde feiten en het gaat voorbij aan de complexiteit van de uitdagingen waarvoor wij gesteld staan. In dit artikel probeer ik, op basis van een uitgebreid feitenonderzoek, in deze problematiek een weg te vinden en aanknopingspunten te zoeken voor toekomstig Nederlands beleid en handelen.
De polder is door de media en vanuit populistische hoeken al vele malen doodverklaard. Transparantie zou het antwoord moeten zijn op alle grote vragen waar onze maatschappij oplossingen voor zoekt. Niets is minder waar en het succes waarmee Nederland al polderend complexe vraagstukken aanpakt is daar het bewijs van. Dit artikel laat zien dat Nederland zichzelf uitstekend op de kaart zet in vergelijking met andere landen en haar burgers daarmee een groot plezier doet.
In mijn vorige bijdrage schreef ik over de grote invloed van zelfstandige bestuursorganen (zbo's) op onze samenleving. Ter toelichting gaf ik het voorbeeld van het beleid van DNB rond de rekenrente voor pensioenverplichtingen. Door dit beleid vreest menig pensioengerechtigde inmiddels voor de waarde(vastheid) van zijn pensioen. In dit artikel bekijk ik het zbo in zijn rol als controleur/toezichthouder. Ik ga in op de rol van de AFM als hoeder van verantwoorde hypotheekvertrekking. Haar invulling van het begrip zorgplicht leidt er feitelijk toe dat banken geen, of slechts mondjesmaat, hypotheken aan hardwerkende zelfstandigen en vermogende particulieren verstrekken. Verder lijkt het er steeds meer op dat het circus van zbo's die toezien op de zorg, het werken daar inmiddels letterlijk onmogelijk heeft gemaakt. Het is tijd voor een herbezinning op de rol van het zbo als controleur.
Hoe wordt vastgesteld of pensioenfondsen voldoende solvabel zijn om aan de gewekte verwachtingen van hun deelnemers te voldoen? Welke krachten spelen een rol bij het al dan niet toekennen van een hypotheek door een bank? Wie bepaalt dat individuele huisartsen zich niet als collectief mogen organiseren in hun onderhandelingen met machtige ziektekostenverzekeraars? Maatschappelijk zeer relevante kwesties, waarop direct democratisch toezicht ontbreekt. Hoe kan dat en hoe erg is dit? In dit en een volgend artikel ga ik er dieper op in.
Hoeveel mensen in Nederland weten waarvoor ze op 20 maart gaan stemmen? Het stembiljet geeft aan dat het voor de Provinciale Staten is, maar heel Den Haag is bezig met de vraag wat deze verkiezing doet met de samenstelling van de Eerste Kamer en de positie van het derde kabinet Rutte. Intussen is een staatscommissie bezig geweest om te onderzoeken hoe de betrokkenheid met de burger bij de politiek naar een hoger plan kan worden gebracht. Haar rapport (384 pagina’s dik) gaat politieke taboes uit de weg en zal daarom niets oplossen. In dit artikel beargumenteer ik dat de Eerste Kamer een groter obstakel voor onze democratie is dan op het eerste gezicht lijkt. Bovendien laat ik zien dat we heel goed zonder kunnen én de betrokkenheid van de burger bij de democratie naar een hoger plan kunnen brengen.
Dit jaar zal duidelijk moeten worden of er een door de Nederlandse politiek breed gedragen Klimaatakkoord tot stand komt. De ambitie is er en de voortekenen zijn gunstig, maar er moet nog een hoop gerekend en ingevuld worden voor het daadwerkelijk zover is. In dit artikel doe ik een poging de complexiteit van de energietransitie te ontwarren en in kaart te brengen wat wel en wat juist niet gedaan moet worden om het voor deze noodzakelijke omschakeling vereiste draagvlak te verkrijgen.
Gelijktijdig met de gemeenteraadsverkiezingen vindt op 21 maart een referendum plaats over de vraag of de bevoegdheden die de Nederlandse inlichtingen- en veiligheidsdiensten gekregen hebben niet een te grote inbreuk vormen op onze privacy. Een complexe vraag, waar straks een ja- of een nee-antwoord op gegeven moet worden. In dit artikel leg ik uit waarom ik vóór deze wet zal stemmen en hoe lastig het straks zal zijn een nee-stem te duiden.