Vorige week werd de discussie op en rond het binnenhof gedomineerd door de klucht rond de vrije artsenkeuze. Ter elfder ure werd een akkoord over de zorgverzekeringswet 2015 om zeep geholpen omdat een senator op basis van een ervaring in 2009- toen een arts zei dat hij uitbehandeld was en niet meer te genezen- twijfelde aan de wijsheid om vrije artsenkeuze uit de naturapolis te schrappen. Een volksvertegenwoordiger hoort zonder last of ruggespraak zijn keuze te bepalen, en in die zin is hier ook helemaal niets mis mee. Wat me echter wel stoort is dat de argumentatie volstrekt krom is en niet gedragen wordt door de feiten. De arts die tot de conclusie kwam dat betreffende senator uitbehandeld was, was juist de arts van zijn keuze en toch heeft die kennelijk een verkeerde inschatting gemaakt (dit kan, hoe spijtig ook, altijd gebeuren). Daarna heeft de betreffende senator een andere arts in de hand genomen die wel voldoende competent was om tot een goede afloop te komen. In het voorliggende voorstel was volgens mij niet opgenomen dat er geen keuzevrijheid is tussen wel gecontracteerde behandelaars (ik lees daar in het wetsvoorstel en de toelichting daarop in ieder geval niets over)? Zijn onze ervaringen met door zorgverzekeraars gecontracteerde zorg zodanig dat we bij voorbaat moeten vrezen voor de kwaliteit daarvan? Wie hebben eigenlijk het meeste belang bij het verspreiden van deze horrorverhalen? Of speelden andere politieke overwegingen een rol? Er wordt gefluisterd dat betreffende tegenstemmers binnen de PvdA -fractie wraak wilden nemen voor het feit dat zij na de provinciale verkiezingen niet meer in de Eerste Kamer terug mogen komen van hun partij. Dat zal bij zulke ‘onafhankelijke’ geesten toch geen rol hebben gespeeld....toch?
We leven in een land waar alles -zeker naar internationale maatstaven- behoorlijk goed is geregeld. Dat doet helaas niets af aan het feit dat degenen die aan de onderkant van de maatschappij verkeren, het zeer moeilijk hebben. Het is terecht ons daarover zorgen te maken. Hoe zit het eigenlijk? De natura-verzekering waar deze hele discussie over gaat, wordt door tweederde van alle verzekerden gekozen. Mensen die verzekerd willen zijn tegen medische calamiteiten, maar -om hen moverende redenen- ook niet te veel willen betalen. Mogen we ervan uitgaan dat dit voor deze groep, in het grootste aantal gevallen, een bewuste keus is? Dat zij weloverwogen besluiten €10 per maand minder te betalen (dat is een hoop mensen ontgaan merk ik) voor hun zorgpakket dan wat ze zouden betalen als ze voor een restitutiepolis zouden kiezen (met volledige vrijheid in artsenkeuze als gevolg). Het zal toch niet zo zijn dat deze tweederde, de hele onderlaag van de maatschappij vertegenwoordigt of niet voor het overgrote deel zelf in staat zou zijn hun keuze te bepalen voor een natura- of een restitutiepolis? Hebben ze daar de bevoogding van de politiek voor nodig?
Tot slot. Discussies over de gezondheidszorg zijn belangrijk en moeten op basis van argumenten zorgvuldig gevoerd worden. Maar als de kosten van de gezondheidszorg sinds 2000 verdubbeld zijn en het Bruto Nationaal Inkomen van ons land in dezelfde periode slechts gegroeid is met bijna 41%, dan moeten we toch wel heel zeker zijn dat dit de beste aanwending is van ‘ons geld’.
Wat extra naar de zorg gaat, gaat namelijk normaal gesproken ergens anders vanaf. We behandelen dit soort situaties bijna altijd in isolement, zonder naar het grotere plaatje te kijken. De politiek is ervoor verantwoordelijk dat er tussen bepaalde gemeenschapsvoorzieningen gekozen wordt of dat de volgende voorziening weer boven op de vorige wordt gestapeld. Kiezen versus stapelen dus. In het laatste geval betaalt de burger de rekening via de belastingen en in het eerste geval betaalt de burger ook, maar dan alleen als hij er zelf voor kiest en dan via zijn eigen portemonnee.
Volgens het Zweedse Health Consumer Powerhouse, een Zweeds research bureau wat gefinancierd wordt met onvoorwaardelijke bijdragen van de Europese Commissie en andere belanghebbenden, heeft Nederland, vanuit het perspectief van de consument beschouwd, het beste systeem van de zorg in de EU. Op basis hiervan durf ik de stelling aan dat de kwaliteit van de basisvoorziening van de zorg in ons land naar objectieve maatstaven voldoende gewaarborgd is. Juist het feit dat consumenten, gevrijwaard van acceptatie en vrijelijk tussen zorgverzekeraars kunnen kiezen en overstappen, wordt gezien als een groot goed. De consument is niet dom en zal, mede geholpen door websites waarin zorgprestaties worden beoordeeld en vergeleken, als het aanbod hem niet bevalt (meer dan nu het geval is) wisselen van verzekeraar. Hij heeft dus indirect invloed op het aanbod. Dat is de kern van de marktwerking. Op grond hiervan is de combinatie van door de NZa (Nederlandse Zorgautoriteit) te controleren kwaliteit van (het aanbod door) zorgverzekeraars maar met beperkte keuzevrijheid met betrekking tot artsen, in mijn ogen te prevaleren boven het van boven opgelegde en duurdere systeem van vrije artsenkeuze.