De politieke burgeroorlog die de Verenigde Staten teistert sinds in ieder geval het midden van het vorige decennium, dreigt in toenemende mate nu ook de wereldeconomie te raken. Net als het ontstaan van de banken crisis terug te voeren was op het vasthouden aan toen vooral economisch ideologische principes, is nu sprake van een sterk ideologisch verdeeld Congress wat het land in gijzeling houdt rond vrijwel ieder belangrijk thema op de politieke agenda.

Over de oorzaken van de banken crisis zijn boeken vol geschreven, het is niet doenlijk hiervoor één hoofdreden aan te wijzen. We weten dat deregulering van de Amerikaanse financiële sector een zeer grote invloed heeft gehad op de groei van financiële producten. We kennen de destructieve kracht van het streven naar bonusmaximalisatie van hen die in het financiële systeem werkzaam zijn, op de duurzame kwaliteit van producten die dat systeem voorbrengt. Tevens zijn we ons inmiddels pijnlijk bewust van de mate waarin de financiële systemen in de wereld met elkaar verbonden zijn. Dit alles heeft in belangrijke mate bijgedragen aan het ontstaan en het onbeheersbaar worden van deze crisis. Minder vaak wordt stil gestaan bij het feit dat de Amerikaanse politiek in de jaren voorafgaande aan de crisis, op ideologische gronden (nastreven "American dream") en blind voor de gevolgen van het ongebreideld en met vergaande incentives stimuleren van het eigen woningbezit, de kiem heeft gelegd voor één van de grootste waardedestructies uit de menselijke geschiedenis.

Ook nu weer dreigt ideologie een belangrijke drijfveer te zijn in het dobbelspel rond de financiële geloofwaardigheid en reputatie van dit land wat zich graag ziet als het voorbeeld van democratie en morele leider van de vrije wereld. Feit is echter dat de 51 leden van de Tea-party (meer zijn het er niet in het 435 leden telende Huis van Afgevaardigden), niet alleen kunnen voorkomen dat de andere 172 leden van de Republikeinse partij een meerderheid hebben of kunnen creëren met schaarse maar toch welwillende leden van de Democratische partij, maar daarmee het hele Huis, de voltallige Senaat, maar ook de hele natie in gijzeling houdt. Aangezien de Amerikaanse staatsschuld al lang geen nationale zaak meer is, is het niet meer kunnen (willen?) voldoen aan haar verplichtingen niet alleen moreel een geweldige dreun voor het imago van de Verenigde Staten, maar (om maar wat te noemen en zonder volledig te kunnen zijn) tevens financieel een ramp van formaat aangezien het de kredietwaardigheid van dit land een enorme klap toebrengt, hogere rentelasten gaat oproepen en daarmee haar begroting nog verder onder druk zet. Dit leidt uiteraard weer tot onrust in allerhande financiële markten en maakt broos herstel uiterst kwetsbaar. 

Wederom wordt dus weer gedobbeld met ideologie als drijfveer, ten koste van velen in, maar ook buiten de Verenigde Staten. Als je de morele leider van de wereld wil zijn, dan moet je er ook naar handelen. Vervelend is dat degenen die deze ramp in wording kunnen beheersen, zo verblind zijn door hun ideologisch gelijk dat zij niet (willen?) zien wat ze aanrichten. Op dat vlak zijn de verschillen met religieus fanatisme niet eens zo groot en wat financiële impact betreft wellicht zeer vergelijkbaar. Het enige verschil is dat er niet direct doden bij vallen, hoewel een shut-down van de Amerikaanse overheid of het torpederen van Obamacare het fysieke leven van miljoenen Amerikanen wel degelijk beïnvloed, wellicht zelfs bedreigd. Zijn politici ooit verantwoordelijk te houden voor hun handelen anders dan door het verliezen van hun zetel?

 

Posted
AuthorMark Goudsmit
CategoriesPolitiek