Algemeen Nut Beogende Instellingen (ANBI’s) zijn er voor een reden. Zij dienen,  de naam zegt het al, het algemeen belang. Zo beschouwd opereren ze in zekere zin in hetzelfde domein als de overheid. Niet alleen wat doelstelling betreft (het algemeen belang), maar ook wat betreft financiering. Burgers, wij allen dus, dragen veelal naar draagkracht bij aan het algemeen belang. In het geval van de overheid door belasting te betalen en als het gaat om ANBI’s door giften, soms gefaciliteerd door loterijen.

Door het werk van ANBI’s  wordt nood als gevolg van humanitaire rampen gelenigd, kunst behouden voor Nederland, gelegenheid tot breedte- en top sport gegeven en worden een heleboel andere dingen gedaan die voorzien in behoeften waarin de overheid niet kan en/of om budgettaire of andere redenen niet wil voorzien. De maatschappij, wij dus, bepalen op basis van onze empathie en overtuigingen wie wat krijgt en als zodanig vervullen ANBI’s maatschappelijke behoeften die anders onvervuld zouden blijven.

Op basis van de rol welke ANBI’s vervullen in het maatschappelijk verkeer heeft de wetgever gemeend dat bepaalde ANBI’s fiscaal geprivilegieerd dienen te worden. Dit uit zich met name in de belastingen op schenking en vererving alsmede in de Omzetbelasting.

De faciliteit in de Omzetbelasting voorziet in een vrijstelling van omzetbelasting op door bepaalde ANBI’s te verrichten prestaties. De vrijstelling komt echter tegen een prijs die eruit bestaat dat de omzetbelasting die de ANBI door derden in rekening gebracht  wordt (denk aan computers, inrichting, kantoorartikelen, etc.) niet teruggevraagd kan worden, wat weer wel het geval is als je niet-vrijgestelde prestaties verricht. In die zin is het een wat curieuze vrijstelling, omdat de instelling opgescheept zit met een kostprijsverhogende belasting welke haar opbreekt als ze diensten wenst te betrekken van derden (immers 21% duurder dan zelf doen) en het haar dus feitelijk stimuleert zoveel mogelijk zelf te doen.

Vanwaar deze wat ingewikkelde en technische inleiding? Voornamelijk om over het voetlicht te brengen dat de fiscaal geprivilegieerde positie van ANBI’s in de huidige vorm, het samenwerken van ANBI’s feitelijk onmogelijk maakt. Aan samenwerking tussen ANBI’s bestaat grote behoefte omdat het vaak betrekkelijk kleine en kwetsbare organisaties zijn die, juist vanwege de hierboven beschreven gevolgen van de vrijstelling in de Omzetbelasting, niet of in ieder geval minder externe ondersteuning en expertise zoeken. Immers elke dienst die buiten de eigen organisatie wordt ingekocht kost in ieder geval 21% meer dan wat intern “geproduceerd” wordt.

Zouden ANBI’s hun personeel en faciliteiten samenbrengen dan kunnen er efficiëntere organisaties ontstaan, zijn er minder doublures in functies, kan er professioneler worden gewerkt, kortom zouden de door u en mij geschonken gelden in nog hogere mate ten goede kunnen komen aan het doel waarvoor de ANBI in het leven is geroepen. Het Huis voor de Gezondheid in Amersfoort is hier, in potentie, een mooi voorbeeld van.

Waarom gebeurt dit dan niet? Op het moment dat ANBI’s hun krachten gaan bundelen, zullen zij over diensten die zij over en weer aan elkaar verrichten omzetbelasting moeten gaan betalen. 

De vrijstelling voor betreffende ANBI’s geldt namelijk alleen voor de in het kader van haar doelstelling verrichte activiteiten. Het uitlenen of poolen van personeel valt daar nu eenmaal niet onder. Immers, op dat moment geldt de vrijstelling voor de prestaties die ANBI’s als zodanig verrichten niet en is de prestatie btw-belast. Dit is uitermate onbevredigend en vanuit het algemeen belang zeer ongewenst.

De wetgever biedt de mogelijkheid samenwerkingsverbanden aan te gaan (bijvoorbeeld door middel van de zogenaamde koepelvrijstelling) echter het verrichten van administratieve diensten en het ter beschikking stellen van personeel zijn daarvan weer specifiek uitgesloten. De Nederlandse wetgever gaat hierin verder dan de (hiervoor richting gevende) EU wetgever die de meer algemene eis stelt dat de concurrentieverhoudingen niet mogen worden verstoord. Het is echter zeer de vraag of er enige concurrentieverstoring optreedt bij de hierboven beschreven samenwerkingsverbanden. Juist door de vrijstelling, welke dit type organisatie deelachtig is, is het bij voorbaat al niet aantrekkelijk diensten bij derden te betrekken. Afgezien van de 21% BTW die daarover afgetikt moet worden, is de winstopslag welke ongetwijfeld ook in de prestatie besloten zit ook nog eens een factor die voor dit soort organisaties prohibitief werken om “extern” te gaan. Door samen te werken neemt het inhuren van diensten bij externe partijen niet af. Voorheen werden deze, zij het echter minder doelmatig, intern geproduceerd.

Een andere mogelijkheid ligt in het wat schimmige leerstuk van de kosten die rechtstreeks voor gemene rekening worden gemaakt. Hoewel hier in de literatuur en jusrisprudentie houvast voor lijkt te zijn, is in de dagelijkse praktijk de fiscus terughoudend in het bewilligen hiervan. Dit komt met name omdat de fiscus zeer rigide omgaat met het toestaan van flexibele, op verbruik toegesneden kostenverdeelsleutels. Hier geen helderheid over hebben werkt onzekerheid en kosten in de hand, is contraproductief en kan niet in het algemeen belang zijn. De fiscale wetgeving was hier ook duidelijk niet voor bedoeld.

Als de fiscus niet in staat is te komen tot heldere en bruikbare richtlijnen met betrekking tot het leerstuk van de kosten voor gemene rekening, pleit ik voor een expliciete wettelijke uitbreiding van de vrijstelling in de omzetbelasting voor samenwerkingsverbanden van ANBI’s, indien en voor zover die nu ook al de vrijstelling deelachtig zijn. Daarmee wordt in principe niets weggeven wat er vandaag niet al is. Samenwerkingsverbanden van  dergelijke ANBI’s zullen hierdoor niet alleen beter in staat zijn in het algemeen belang te voorzien, maar zijn door bundeling van krachten ook eerder in staat extern gerichte expertise (specifieke kennis in plaats van platte uren) in te huren teneinde zich nog adequater van hun taken te kunnen kwijten. Dit levert alleen maar winnaars op zonder dat concurrentieverhoudingen verstoord raken, integendeel: wellicht zelfs een nieuwe impuls krijgen.

 ANBI’s van Nederland verenigt u en laat uw politiek vaak goed ingevoerde besturen hiervoor in Den Haag de lans voor u breken!

Posted
AuthorMark Goudsmit