Had ik eerder al oprechte aarzeling over de mate waarin Nederlandse politici Europese Verkiezingen serieus namen (zie mijn blog: Niet minder, maar een beter Europa graag), dan is dit beeld de afgelopen week alleen maar verder versterkt. Het begon op de naar zondag 25 mei uitgestelde uitslagenavond met het commentaar van de anders zo eminente Frits Bolkenstein. Hij betoogde vooraf dat we het Nederlandse aandeel in de Europese Verkiezingen niet moeten overschatten. Immers 26 zetels op een totaal van ca. 750 stelt niet veel voor. Cijfermatig is hier geen speld tussen te krijgen, maar de boodschap lijkt me in een democratie een hele foute. Het is misschien vergelijkbaar met een suggestie aan alle Rotterdamse stemgerechtigden bij de volgende Tweede Kamer verkiezingen ommaar thuis te blijven in verband met de numerieke betekenisloosheid van hun stemmen in de totale uitslag.

 Bij het verschijnen van de uitslag werd mijn ongemak versterkt. D’66 bleek de meeste stemmen te hebben binnengehaald en het CDA met iets meer dan een neuslengte te hebben verslagen. Toch gaat het CDA met 5 zetels het parlement in en D’66 met “maar” 4. De bevreemding wordt groter als je ziet dat de combinatie D’66/VVD (in het Europees Parlement onderdeel van dezelfde ALDE fractie) ruim 4,6% meer stemmen heeft dan de combinatie CDA/CU-SGP en toch een gelijk aantal zetels in het Europees Parlement gaat bezetten (beide 7).

Tabel 1

Tabel 1

Als je 26 zetels te verdelen hebt zou je veronderstellen dat iedere (100%/26=) 3,85% verschil in stemmen een zetel zou opleveren. Dat is dus niet zo en snel werd helder dat CDA en CU-SGP een lijstverbintenis waren aangegaan en daarmee het CDA een extra zetel had weten te bemachtigen bij de verdeling van de reststemmen (de stemmen die na toepassing van de kiesdeler niet een volle zetel opleveren). Een lijstverbintenis is een goede manier om met politieke geestverwanten zo veel mogelijk stemmen om te zetten in zetels voor partijen met een gelijkgericht gedachtengoed. Zo kan je de slag verliezen maar de oorlog winnen, om maar een oude wijsheid van stal te halen.

Waarom zijn D’66 en de VVD geen lijstverbinding aangegaan, terwijl dit toch zo voor de hand ligt? Het antwoord is schokkend. Volgens Kees Verhoeven, campagneleider van D’66 is dat bewust niet gebeurd omdat “de twee partijen (toch) al het verwijt krijgen dat ze zo dicht tegen elkaar aan kruipen”. Hier openbaart zich de interne navelstaarderij waar de politiek zo in uitblinkt. Wist u dat het CDA en CU-SGP en/of de PvdA en Groen Links een lijstverbinding waren aangegaan? En zo ja, had u dan anders of misschien zelfs niet gestemd? Hoe moet ik mij als D’66 kiezer voelen als, door een interne en niet op de kiezer gerichte focus, mijn stem een kleine 78,5% minder waard is dan die uitgebracht op het CDA? Als D’66 en VVD wel de zo voor de hand liggende lijstverbinding waren aangegaan, had de uitslag er als volgt uitgezien:

Tabel 2

Tabel 2

In plaats van één minder, zou D’66 één zetel meer hebben gehad en was de D’66/VVD lijstcombinatie niet gelijk aan, maar 1/3 groter geweest dan die van CDA/CU-SGP. Als het bij verkiezingen niet om zetels gaat, waar gaat het dan wel over? Het is mij niet helder wie uiteindelijk de strategie in dezen heeft bepaald, maar feit is, het gerelativeer van Bolkenstein ten spijt, dat het een enorme blunder is, waar ik als kiezer op (dit keer) D’66 enorm ontstemd over ben. Dit is helaas geen incident. Er zijn meer besluiten die partijen nemen op basis van partijpolitieke overwegingen. Het belang van de kiezer en Nederland staat daarin lang niet altijd voorop (dit is een understatement ;-)!). Wanneer komen politieke partijen nu eens uit hun ivoren torens en gaan ze zichzelf meer openstellen voor geluiden van buitenaf (ook als het niet in hun straatje past of verkiezingstijd) in plaats van alleen maar boodschappen uit te zenden?

Komt het ooit zover dat zij de standaarden die zij iedereen en bijna alles om hen heen opdringen op het vlak van transparantie, ook zelf gaan omarmen? Het vermogen tot hervorming, aanpassing en zelfreflectie is helaas zeer beperkt in de politiek. De oorverdovende stilte rond deze blunder spreekt boekdelen. De politiek richt zijn pijlen liever op anderen. Als partijen verwachten dat kiezers hen serieuzer gaan nemen, meer vertrouwen geven en hen hun stem gunnen, zullen ze zich echt beter dienen in te leven in de werkelijke verwachtingen die leven onder hun kiezers, ook al behoren zij niet tot de inner-circle daarvan!

Posted
AuthorMark Goudsmit
CategoriesPolitiek