Brexit-monitor eerste kwartaal 2020

Vanaf deze editie van de Brexit-monitor is het referentiekwartaal voor de cijfervergelijkingen in de monitor het vierde kwartaal 2019; het laatste kwartaal dat het VK nog deel uitmaakte van de EU. Op deze plaats moet ook worden opgemerkt dat de exportcijfers niet meer van de Eurostat-site betrokken worden, maar van de OECD-dataportal. Dit is noodzakelijk omdat de cijfers voor het VK sinds februari 2020 niet meer in de eerder gebruikte dataset zijn opgenomen. De onderliggende cijfers wijken daardoor iets af van hetgeen tot en met het vorige kwartaal is gerapporteerd; ze zijn vanaf deze editie van de Brexit-monitor integraal aangepast en overeenkomstig aan de OECD-definitie

Hoewel de verwoestende invloed van COVID-19 zich pas in de loop van het eerste kwartaal deed voelen, is deze toch al zichtbaar in de Brexit-monitor. De mate waarin dat het geval is, is vooral afhankelijk van het moment waarop landen daadwerkelijk maatregelen troffen die hun economie raakten. Italië ging iedereen voor (9 maart), waarna andere landen snel volgden. Zo werden in Nederland tussen 12 en 16 maart steeds verdergaande beperkingen opgelegd en ging het VK op 23 maart op slot. Ook de aard van de getroffen maatregelen hebben invloed op de wijze waarop economieën in de Brexit-monitor presteren. Zo kunnen bijvoorbeeld van overheidswege gefinancierde loonkostensubsidies de werkeloosheid lager houden, maar gaat de staatsschuld omhoog. 

Duidelijk is dat het VK (vooralsnog) het minst te lijden heeft van de COVID-19 crisis. De late(re) datum waarop lockdown-maatregelen getroffen zijn, heeft hier ongetwijfeld mee te maken. Een zeer recente studie van de London School of Economics laat zien dat door de stapeling van COVID-19 én Brexit, de Britse economie een dubbele nekslag te verwerken krijgt; sectoren die relatief immuun zijn voor COVID-19 hebben weer meer last van Brexit en andersom. 

Nederland weet nog een lichte stijging te realiseren in de monitor, maar is wel al geraakt door negatieve impulsen als gevolg van de COVID-19 crisis. De EU als geheel schiet in de monitor wel al in de min. 

Veranderingen ten opzichte van vorig kwartaal en een jaar terug

Opvallend is dat ondanks de signalen dat ook Europa niet ontsnapt aan de gevolgen van COVID-19, het vertrouwen van zowel consumenten als bedrijfsleven in het VK het afgelopen kwartaal hoog te noemen was (stijging van 1,9 resp. 4,1 op de index). Deze stijging is de reden dat het VK dit kwartaal zo sterk presteert in de monitor. Op andere vlakken presteert zij min of meer gelijk met de andere in de monitor opgenomen economieën. De Britse export moet een behoorlijke veer laten (-1,9), maar de financiële sector weet zich wederom te verbeteren. In Nederland valt de gestage groei van de huizenmarkt op (+2,3) en de sterke daling van het economisch sentiment bij ondernemers (-0,9). Ook de huizenmarkt in de EU weet zich te verbeteren (+1,5) terwijl voor het overige de waarden vooral negatief zijn. 

Over het gehele jaar genomen valt op dat het economisch sentiment onder ondernemers het afgelopen jaar in alle drie de economieën fors lager is dan een jaar geleden. Met name Britse ondernemers lijken erg pessimistisch te zijn (-7,8). Bij de EU als geheel en Nederland springt vooral de stijging in de huizenprijzen in het oog (+6,4 resp. +8,2). Daarmee contrasterend is weer dat het consumentenvertrouwen in het VK het afgelopen jaar behoorlijk is gestegen (+4,3). Waar Britse ondernemers zich over de toekomst ernstig zorgen maken, zijn de consumenten juist positief. Het geeft zeer goed aan hoe vanuit verschillende invalshoeken tegen Brexit aan wordt gekeken. 

Bovenstaand overzicht laat de relatieve waarden zien, met het vierde kwartaal 2019 als ijkpunt (index = 100). In onderstaande tabel zijn de absolute waarden opgenomen voor het eerste kwartaal 2020, waardoor een beter inzicht mogelijk is in de orde van grootte waarin de uitkomsten zich bewegen.

Ik kijk ook altijd specifiek naar de ontwikkeling van de huizenprijzen in Londen, het kloppend hart van de Britse economie, waarbij opnieuw de huizenprijzen behoorlijk in de lift zaten. Het afgelopen jaar zijn daar de huizenprijzen met gemiddeld 4,7% gestegen. In de duurste wijk Kensington & Chelsea zijn de huizenprijzen het afgelopen jaar met 14,6% gestegen (gemiddelde huizenprijs daar nu ₤1.396.102). De grootste daling van prijzen deed zich voor in de deelgemeente City of London met 7,1% lagere prijzen (gemiddelde huizenprijs daar was ₤792.583). Bij deze daling dient wel te worden aangetekend dat het volume van de verkopen in de City of London traditioneel erg laag is, waardoor een altijd sprake is van een sterk wisselend beeld. In de deelgemeente Hackney stegen de prijzen het meest met 15,1% (gemiddelde huizenprijs in maart was ₤638.683).

 Ontwikkeling van de export van en naar het Verenigd Koninkrijk met Nederland en de EU

Naast de Brexit-monitor als zodanig volg ik afzonderlijk de ontwikkeling van de export tussen Nederland, het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie. Vanaf juni 2016, dus sinds het Brexit-referendum, tot en met maart 2020 is de omvang van de export in GBP van het Verenigd Koninkrijk naar Nederland en de EU behoorlijk gestegen (plus 19%, respectievelijk 31%). Voor een belangrijk deel komt dit door de daling van de koers tussen het GBP en de euro (-14%). Interessant is dat sinds begin 2015 de export vanuit Nederland naar het Verenigd Koninkrijk met 9% is gegroeid (van VK naar NL is dat plus 10,5%) en de export van Nederland naar de rest van de wereld zelfs met 16%. Van het negatieve ‘Brexit-effect’ waar Nederlandse exporteurs lawaai over blijven maken, lijkt dankzij het vinden van alternatieve afzetmarkten en volumegroei, vanuit de geaggregeerde cijfers (vooralsnog) geen sprake. Wel wordt duidelijk dat feitelijk al sinds het begin van het tweede kwartaal van 2019, dus ruim voordat COVID-19 zich aandiende de export in alle in de grafiek meegenomen handelsstromen is afgenomen. Ten opzichte van maart 2019 is de daling in de export vanuit Nederland naar het VK 4%, vanuit het VK naar Nederland 17%, vanuit de EU naar het VK 9% en vanuit het VK naar de EU 9%. Onder invloed van COVID-19 zal dit in de loop van het afgelopen kwartaal zijn versterkt.