Het kruitvat Midden-Oosten
Hoewel er zich zonder meer in andere delen van de wereld schrijnende situaties voordoen, is het vooral het Midden-Oosten waar op dit moment de aandacht het meest op gericht is. Verbonden door een gemeenschappelijke taal en religie is de verscheidenheid desondanks zo groot dat het gebied verscheurd is door conflicterende belangen en drijfveren. De religieuze kaart hieronder (klik op deze link voor een vergroting) biedt op het eerste gezicht geen houvast om te kunnen verklaren waarom landen elkaar naar het leven staan dan wel elkaar juist steunen.
Het feit dat landsgrenzen lang geleden door koloniale mogendheden dwars door bestaande tribale gebieden zijn getrokken en dat politieke benoemingen destijds bewust bestaande machtsstructuren hebben doorbroken, spelen daarbij ongetwijfeld nog steeds een belangrijke rol. Feit is dat de macht in de verschillende hoofdsteden in handen is van een betrekkelijk kleine, maar zeer invloedrijke elite die niets en niemand vertrouwt en er al helemaal niet op is gebrand deze te delen met anderen. Het ‘gewone’ volk ontbeert echte parlementaire invloed op het bestuur en wordt ver gehouden van enige bate uit de inkomsten uit de overvloedige grondstoffen. Invloed en welvaart scheppen verwachtingen, en verwachtingen zijn moeilijk te managen en te controleren.
Dit verklaart voor een belangrijk deel waarom de mensenrechtensituatie in de regio zo zorgelijk is. Het onderzoek van Freedom House laat hiervan een gitzwart beeld zien:
Net zoals in Europa voor de Verlichting gebeurde, wordt in het Midden-Oosten de religie ingezet als middel om de bevolking ‘eronder te houden’. De Arabische Lente (2010-2012) heeft niet gebracht wat men ervan verwacht had, het heeft de situatie van de man in de straat niet verbeterd. Het heeft de regerende elite er wel toe aangezet om, nog meer dan voorheen, hun belangen te verzekeren met militaire (over)macht. Dat niemand nog iemand vertrouwt in de Midden-Oosterse slangenkuil zal ongetwijfeld een rol spelen, voor de bevolking van betreffende landen belooft het in ieder geval weinig goeds.
Het handhaven van de bestaande situatie is voor de elite een cruciale bestaansvoorwaarde. Hiervoor is een machtsmonopolie nodig. Dit heeft de afgelopen tien jaar geleid tot het excessief inkopen van wapens door machtshebbers in de landen in het Midden-Oosten, met name op het Arabisch Schiereiland. Van de totale export wereldwijd, komt volgens SIPRI nu ruim 32%(!) terecht in het Midden-Oosten (Israël niet eens meegerekend). Zowel gelet op de omvang van de bevolking (ca. 5% van het wereldtotaal), als op de omvang van het bbp (ca. 4,7% van het wereldtotaal), is dit echt gevaarlijk veel.
De invloedssfeer van Rusland en China beperkt zich tot Syrië, Jemen, Iran en rebellengroepen in de regio. Dit zijn relatief kleine spelers in termen van (geregistreerde!) wapenimporten en toch is het duidelijk dat dit grote spelers zijn in termen van het faciliteren van de onrust die inmiddels de regio in haar greep heeft. Lastig hierbij is dat een belangrijk deel van de destabiliserende dynamiek in de regio is ontstaan door interventies geïnspireerd door westerse belangen (Irak, Libië). Sinds 2000 heeft het conflict in het Midden-Oosten volgens de schattingen van het aan de Universiteit van Uppsala in Zweden gevestigde Uppsala Conflict Data Program (UCDP) aan meer dan 375.000 mensen het leven gekost (ca. 40% van alle doden uit conflicten wereldwijd). Hoeveel hiervan burgers zijn, is gegeven de aard van het conflict bijna onmogelijk vast te stellen. De beelden spreken echter boekdelen. Totaal vernietigde steden, met als gevolg daarvan het totaal verloren gaan van productiecapaciteit, een staat van complete chaos en een totaal gebrek aan alle voor het leiden van een minimumbestaan benodigde zaken als voedsel, kleding en onderdak. Wie daar nog ongeschonden uitkomt, is in ieder geval het perspectief op een enigszins normale toekomst volledig kwijt.
Tegen deze achtergrond is het wellicht niet verwonderlijk dat de autocratische machtshebbers op het Arabisch Schiereiland zich suf bewapenen om zich te beschermen tegen de gevolgen van de instabiliteit die de regio in haar greep houdt. Wie de wapens beheerst, heeft een belangrijke sleutel tot de macht. Gegeven de smalle basis waarop de politieke macht is gegrondvest en de heikele mensenrechtensituatie in de regio, is dat echter ook slecht nieuws voor de burgers in die gebieden. Zijn zij geen slachtoffer van fysiek geweld, dan worden ze wel in een keurslijf gedwongen waarbinnen zij geen gevaar vormen voor de regerende elite.
Het is moeilijk voor te stellen dat na de Arabische Lente met zijn teleurstellende uitkomst iemand nog zijn nek durft uit te steken om voor zichzelf of 'het volk' op te komen en zich te verzetten tegen de macht van de elite. Er lijkt geen uitzicht te zijn op een verandering met gerechtvaardigde winnaars. Op grond van politiek pragmatisme wordt inmiddels internationaal breed aangenomen dat men niet om een schurk als Assad, de president van Syrië, heen kan. Ook elders zal de elite het niet zo ver laten komen dat ze aan de kant wordt gezet en zal ze, nog meer dan nu al het geval is, de verstikkende muren van vaak extreme religieuze dogma’s optrekken en zich beschermen met een nog grotere militaire overmacht. Onder de vlag van het ware geloof zullen de rechten van individuele burgers nog verder worden beperkt, afwijkingen van de norm niet worden getolereerd en ‘verraders’ hard worden aangepakt.
Saoedi-Arabië presenteert zich inmiddels met haar militaire overmacht als de politieagent op het Arabisch Schiereiland. Ondanks, maar waarschijnlijker meer als gevolg van haar ingrijpen daar, is in Jemen niemand zich meer zeker van zijn leven (geweld, gebrek aan voedsel en cholera). Qatar weet zich geconfronteerd met een boycot omdat het niet naar de pijpen van haar grote broer wenst te dansen. Hoe proportioneel is dit alles en wie bepaalt hoever een land mag gaan in het uitoefenen van haar macht over andere landen en haar eigen burgers?
Burgers kunnen zich niet verweren, maar vangen wel alle klappen op. Bodemschatten zijn voor de meesten van hen een vloek gebleken en dit zal zo blijven tot grootmachten als de Verenigde Staten, Rusland en China besluiten de belangen van de inwoners van dit gebied boven hun geopolitieke doelen te stellen. Het is echter ondenkbaar dat dit binnen afzienbare tijd gebeuren zal. In de tussentijd zal de stroom wapens die naar dit gebied geëxporteerd wordt alleen maar toenemen.
In de huidige context en in deze regio bieden wapens geen bescherming aan burgers, maar ontnemen hun deze juist. Zij die de wapens leveren maken zich willens en wetens medeplichtig aan de ontberingen die de lokale bevolking als gevolg van het gebruik daarvan moet ondergaan.
Tot slot
Anno 2017 wordt het tijd dat we ons bezinnen op de cynische dynamiek die regio’s ontwrichten en burgers in hun eer, waardigheid, lijf en goed raken. Genoeg is genoeg, teveel is gevaarlijk. Wij moeten ons afvragen of dit een ver-van-ons-bed-show is, of dat wij kritisch moeten zijn op wat onze eigen afhankelijkheid van grondstoffen en verslaafdheid aan goedkope arbeid betekent voor de veiligheid en mensenrechten van anderen. Uiteraard is de situatie uiterst complex en zullen oplossingen niet voor het oprapen liggen.
Het wordt tijd dat moraliteit een belangrijkere rol gaat spelen is ons handelen in dezen. Is het niet vreemd dat er steeds zwaardere straffen staan op het door bedrijven betalen van steekpenningen aan buitenlandse overheidsdienaars (Foreign Corrupt Practices Act (FCPA), de UK Bribery Act), maar dat intussen de afzet van westers wapentuig aan foute regimes alleen maar toeneemt? Dat is hypocriet en inconsequent. Geld mag niet, wapens wel? Er is een (morele) grens tot waar dit nog te rechtvaardigen is. Overschrijdt men deze grens, dan speelt men Russisch roulette met de levens van burgers die zich in het schootsbereik van de geleverde wapens bevinden. Overheden ontnemen hiermee hun burgers het recht zich beschermd te weten door voor ons, in westerse democratieën, heel normale rechten zoals die vastliggen in de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens en in ons rechtssysteem. Als het fout gaat, zijn de burgers het kind van de rekening.
Het is cynisch dat het ‘systeem’ het wel mogelijk maakt op grote schaal wapens te verkopen aan allerhande regimes, maar dat er vervolgens geen enkele controle is op de inzet en het gebruik daarvan. De situatie rond Noord-Korea is wellicht het beste en meest recente bewijs daarvan. Net nu je behoefte hebt aan inzicht, discipline, behoedzaamheid en integriteit van wijze leiders, zit je opgezadeld met twee individuen die juist die eigenschappen lijken te ontberen. Dat is het echte probleem van de ongebreidelde hang naar geopolitiek overwicht en de roep om sterke leiders. Democratie faalt als we afhankelijk zijn van leiders die denken dat ze zonnekoningen zijn, zich onaantastbaar wanen en volstrekt vervreemd zijn van de mensen wiens belang ze moeten dienen. Zijn onze democratische idealen en principes aan een herijking toe?