De islam valt grofweg te verdelen in twee hoofdstromingen, de soennieten die veruit het grootste deel van de islam uitmaken, en de sjiieten. De basis van het onderscheid is voor niet-moslims waarschijnlijk minder interessant, maar ligt in de vraag wie de legitieme opvolgers zijn van de profeet Mohammed. Binnen elk van de twee hoofdstromingen zijn er weer afsplitsingen. Zo is binnen het soennisme, het salafisme een beweging die een fundamentalistische uitleg van de islam voorstaat die sterk gericht is op de letterlijke interpretatie van de uitspraken van de profeet Mohammed en zijn belangrijkste volgers tot in de twee generaties na hem. Door de aanhangers van de, in oorsprong geweldloze, salafisten wordt dit als de ‘ware’ islam gezien. Eenvoudig, maar volstrekt niet open voor de realiteit van deze tijd houdt deze stroming van de islam zich verre van ‘westerse’ ideeën als democratie, scheiding van staat en kerk, gelijkheid van mensen, ongeacht ras, geslacht of anderszins, alsmede individuele vrijheden als vrijheid van meningsuiting, godsdienstvrijheid, vergadering etc.

Binnen het salafisme is in de jaren 90 van de vorige eeuw een radicale substroming ontstaan die aangeduid wordt met de naam jihadistisch-salafisme (hierna: jihadisme). Deze substroming is in de kern een transnationale politiek-religieuze ideologie die door middel van een (wél) gewelddadige ‘heilige oorlog’ (‘jihad’) een terugkeer wil bewerkstelligen naar de ‘ware’ islam. Het is belangrijk te realiseren dat naar huidige inzichten 0,5% van de 1,6 miljard moslims wereldwijd zich actief door dit gedachtengoed laat inspireren (en de rest dus niet!).

Het strijdtoneel van het jihadisme

Het is niet zo dat alleen ‘westerse’ mogendheden het doelwit zijn van het jihadisme, hoewel de toch wel selectieve aandacht van de media en in het kielzog daarvan de politiek, dit soms wel doet vermoeden. Sinds 1993 zijn er meer dan 18.500 doden gevallen als gevolg van terroristische aanslagen door jihadisten. Er vonden in die periode 250 aanslagen plaats in 33 landen, waarvan 18 in zeven ‘westerse’ landen (waaronder ‘9/11’ in de Verenigde Staten met bijna 3.000 dodelijke slachtoffers, maar ook de aanslag op Theo van Gogh in ons eigen land). Kinderen, bejaarden, moslims, joden, hindoes, christenen, andere gelovigen en niet-gelovigen behoren tot de lange lijst van slachtoffers van het jihadisme.

Het jihadisme (in zijn diverse, al dan niet samenhangende, verschijningsvormen), is derhalve een extreem gevaarlijke beweging welke op dit moment wereldwijd terecht als een van de gevaarlijkste bedreigingen van onze tijd wordt gezien en bestreden dient te worden. Het richt zich tegen alle van de ‘ware’ islam afwijkende politieke ideologieën en tegen al diegenen die een van de ‘ware’ islam afwijkende (geloofs)overtuiging aanhangen. In het nastreven van hun doel, realiseren de jihadisten zich maar al te goed dat zij zelfstandig niet in staat zijn hun doelstellingen te verwezenlijken. Onder het motto het doel heiligt de middelen, worden afpersing, intimidatie, verkrachtingen, theatrale ensceneringen van verbrandingen, onthoofdingen en vernietiging van werelderfgoederen, sociale media, (bom)aanslagen en wat niet meer ingezet om de effectiviteit van de terreur(dreiging) zo groot mogelijk te maken. Uiteraard mist dit zijn uitwerking niet.

De kern van de strategie ligt in het ontregelen van samenlevingen zowel van buitenaf als van binnenuit. De mate van succes van het jihadisme wordt dan ook voor een groot deel bepaald door de wijze waarop op haar terreurdaden wordt gereageerd.

Keep calm and carry on

Angst, hoe begrijpelijk deze ook is, is de beoogde opbrengst van terreur en geldt als een slechte raadgever. Dat geldt des te meer als een gehele samenleving onder vuur ligt en zich in haar waarden, zekerheden en bestaan aangetast voelt. Het adagium “Keep calm and carry on” geldt hier zeer nadrukkelijk. Dit is niet eenvoudig, maar wel noodzakelijk. Het jihadisme tracht met minimale middelen en met maximaal vertoon, angst te zaaien en reacties op te roepen; dat is hun middel in het realiseren van hun doel tot zo groot mogelijke ontwrichting van onze samenleving.

In dit soort situaties hebben wij politici en journalisten nodig die op een verantwoordelijke wijze omgaan met de angstgevoelens in de samenleving en met het aanpakken van de bron van die angst in het algemeen. Dit vergt zorgvuldig manoeuvreren, zeker omdat de belangen complex zijn en niet altijd gelijkgericht. Thomas L. Friedman schreef hier een mooi artikel over in zijn column in The New York Times.  Als we daarentegen toestaan dat tegenstellingen worden gecreëerd die niet op feiten zijn gebaseerd maar op onderbuikgevoelens, populisme en angst, openen we juist mogelijkheden voor de jihadisten om onze samenleving duurzaam te ontwrichten. Hieraan toegeven is winst voor de jihadisten en dient voorkomen te worden.

Populistische exploitatie van angst

In het hier en nu, is dat echter wat juist wel gedaan wordt door populistische politici als Wilders, Trump en ongetwijfeld anderen, en het moet gezegd worden, vaak met groot succes. Er zijn altijd wel media te vinden die daar ook nog eens uitgebreid aandacht aan willen geven. Zij exploiteren angst en het, in dit tijdsgewricht helaas, beperkte vertrouwen in de politiek, om zonder enig plan voor een werkbaar alternatief, politieke winst te boeken. Hun enige plan lijkt erin te bestaan de islam en alle moslims (dus inclusief die andere 99,5%!) verantwoordelijk te houden voor het jihadisme en zich hiermee te profileren naar een angstige achterban. Ze stellen voor om grenzen te sluiten voor de islam, moslims te weren en/of te registreren. Ze richten zich tegen het opnemen van vluchtelingen die, net als wij, bang zijn voor het jihadistische geweld. Er ligt geen plan voor een beter Nederland of de Verenigde Staten, anders dan de lege retoriek en het gemankeerd wensdenken dat het zonder islam of moslims en met gesloten grenzen allemaal beter en veiliger zal zijn. Wat ze met een dergelijke uitsluiting denken te bereiken is niet duidelijk. Vast staat wel dat het isoleren en tot zondebok maken van groepen in de maatschappij vaak leidt tot vervreemding en radicalisering. Zo bezien lijkt de oogst van dit populisme vooral erin te bestaan dat het moslims, vooral jongeren, in de richting van het jihadisme drijft of ze daar, in het beste geval, meer en op grotere schaal begrip voor gaan voelen. Het akelige is dat dit een ‘self-fulfilling prophesy’ creëert op basis waarvan populisten vervolgens hun eigen stellingen en acties trachten te valideren (‘zie je wel, het is toch de islam’).

Het kwaad schuilt in het jihadisme, dat staat vast, maar niet in de islam in zijn algemeenheid of moslims als collectief. Dit anders doen voorkomen schaadt onze maatschappij, onze waarden en normen, en hoe banaal dan ook, onze eigen economie. Het helpt ons van de wal in de sloot. Populistische politici zadelen ons op met holle frasen, exploiteren angst, creëren valse verwachtingen, polariseren politieke verhoudingen en vormen een risico voor de bestuurbaarheid van het land. De geschiedenis leert ons dat dit tot gevaarlijke situaties kan leiden. Daarbij heeft het er alle schijn van dat de retoriek van het populisme, het jihadisme in de kaart speelt. Populisten als Geert Wilders en Donald Trump zijn naar mijn mening valse profeten en gevaarlijke opportunisten, die enerzijds de zwakste schakel vormen in onze strijd tegen de jihadisten en anderzijds voor de jihadisten weer een sterke troef zijn in het verder ontwrichten van onze samenleving. Daarmee zijn zij geen onderdeel van de oplossing, maar juist onderdeel van het probleem.

Posted
AuthorMark Goudsmit
CategoriesPolitiek